Herhaling blok 2 2 VWO

• Nederlands
• Secondary Education

absenten

les via Teams

Herhaling

stijlfiguren beeldspraak

voorzetselvoorwerp

verschil VZV en BWB

zinnen met twee OW en PV

Engelse WW

hoofdletters en kleine letters

woordvorming

beeldspraak/stijlfiguren

Je gebruikt een bepaald beeld om dat wat je zegt te verduidelijken. Veel in spreekwoorden. Schrijvers zijn vaak origineler.

Hij loopt rond als een kip zonder kop. (vergelijking)

metafoor

er wordt iets genoemd wat lijkt op datgene wat eigenlijk bedoeld wordt, maar wat niet genoemd wordt.

Mijn hoofd is als een lege theaterzaal waar elke keer hetzelfde stuk opgevoerd wordt. 

personificatie

Iets was niet menselijk is, krijgt menselijke eigenschappen.

De wind pakt de kleine jongen en gooit hem om.

voorzetselvoorwerp

Een zinsdeel beginnend met een voorzetsel. Dit voorzetsel hoort bij een werkwoord.

Ik reken op je komst.

Ik waarschuw je voor hem. 

Verschil VZV en BWB

De pan staat op het vuur.

Is OP te vervangen?

ja BWB

nee VZV

tijden werkwoorden

Ik koop een broodje tt

ik kocht een broodje vt

en hier dan?

ik heb een broodje gekocht 

ik wilde een broodje kopen 

Om te bepalen of een zin in de voltooide of onvoltooide tijd staat, kijk je of er een vorm van de hulpwerkwoorden hebben of zijn en een voltooid deelwoord in de zin voorkomen.

Om te bepalen of een zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat, kijk je alleen naar de persoonsvorm. Je kijkt dus niet naar tijdwoorden in een zin om de tijd te bepalen.

Ik heb een broodje gekocht. 

Ik wilde een broodje kopen.

koppelwerkwoord

zwabbels

zijn

worden

a

blijven

blijken

e

lijken

schijnen

Is/wordt iemand iets of doet iemand iets?

De student is ziek

De student wordt leraar

De student is naar de universiteit gelopen

hww/kww/zww

een hulpwerkwoord alleen in combinatie met een kww of zww

In een zin nooit kww en zww samen (enkelvoudige zin)

oefenen

zelftest grammatica

cambiumned

spelling werkwoorden 

Werkwoorden zijn vaan vernederlandst door de uitgang -en

De werkwoorden worden net zoals de Nederlandse werkwoorden vervoegd.

checken: Jan checkte zijn mail. 

uitspraak

Soms moet je met de spelling duidelijk maken hoe je een woord uit moet spreken.

Johan passte de bal naar Maarten.

Ik heb mijn abonnement geüpgraded.

oefenen

De fysio (tapen) ............................ mijn enkel

Mijn moeder (flossen) ............................... haar tanden

Mijn broer (zappen) ................................ langs alle zenders.

bijvoeglijk naamwoord

Zegt iets over een zn

Een houten tafel

stoffelijk

Waaruit iets gemaakt is 

Een houten tafel

Eindigen meestal op -en, behalve bij nieuwe stoffen

Een plastic beker

afleiding voltooid deelwoord

-en als het vd ook op -en eindigt.

Een gebroken been

-e als vd op -d of -t eindigt altijd zo kort mogelijk

De geverfde muur

De gewitte muur 

te

na te het bijvoeglijk naamwoord als infinitief (hele ww)

De te beoordelen toetsen

De te verven muur

hoofdletters en kleine letters

Kijk goed in je boek om de regels te leren! Kleine herhaling van een paar moeilijke voorbeelden.

Heb je al aan mevrouw Van Asselt gevraagd of ze ook meedoet?

Ik heb al aan Petra van Asselt gevraagd of ze ook meedoet.

Waarom Van wel/niet met een hoofdletter?

Eigennamen

Woorden waarbij je niet meer aan een eigennaam denkt, schrijf je niet met een hoofdletter. barbiepop downsyndroom

Syndroom van Down wel!

heilige personen en zaken

Bijbel, Allah, God wel

Namen van gelovigen, geloven en politieke stromingen niet.

christen, pastoor, communisme 

periodes en tijdperken

Schrijf je niet met een hoofdletter.

middeleeuwen, pruikentijd

woordvorming

samenstelling en afleiding

samenstelling

twee woorden met een eigen betekenis worden tot een nieuw woord samengevoegd.

ijssalon

winterbanden

auto-ongeluk

afleiding

een zelfstandig woord met een voor- of achtervoegsel

eerlijk - oneerlijk

oefenen

zelftest en cambiumned.nl