5H Economie par. 16.3 en 16.4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Huiswerkopgave 9a

1. 126,1 - 124,6
2. ( 126,1 - 124,6 ) / 124,6 x 100
3. beide juist
4. beide onjuist

Huiswerkopgave 9c
De koopkracht is gestegen, want

1. het nominaal inkomen is gestegen
2. het nominaal inkomen is gestegen met 3,6%
3. het nominaal inkomen is meer gestegen dan de prijzen
4. het nominaal inkomen is procentueel meer gestegen dan de prijzen

Huiswerkopgave 10c
Wat is geen goed antwoord?

1. het zwarte circuit is afgenomen
2. minder vrijwilligerswerk
3. prijzen zijn gestegen
4. milieu is meer vervuild

Huiswerkopgave 10f

1. gedaald, want % groei nationaal inkomen > % groei arbeidsproductiviteit
2. gestegen, want % groei nationaal inkomen > % groei arbeidsproductiviteit

Huiswerkopgaven 9 en 10

Antwoorden:

BBP

BBP zegt niet alles

Rekening houden met:

- aantal inwoners

- prijspeil

- inkomensongelijkheid

- informele economie

* zelfvoorziening

* zwart werk

             ic nominaal bbp

ic reeel bbp = ---------------------------- x 100

             ic prijspeil

                                       ic reeel bbp

ic reeel bbp per inwoner = ---------------------------- x 100

                                             ic bevolkingsgroei

Dit is gelijk aan het indexcijfer van de koopkracht en ook gelijk aan het indexcijfer van de welvaart in enge zin

Welvaart in enge zin <--------------> Welvaart in ruime zin

( koopkracht per hoofd )                  ( ook rekening houden met

                                                                            vrije tijd en milieu )

het betreft allemaal economische keuzes

Productie kan negatieve externe effecten met zich meebrengen.

Negatieve externe effecten:

- zijn niet verrekend in de prijs van het product

- verlagen wel de welvaart

sigaretten

voetbalwedstrijden

transport

daling gezondheid

hogere ziektekostenpremies

stijgende waterspiegel

hogere belasting1

meer politie inzet

hogere belasting2

Duurzame groei

3 P's

- profit

- planet

- people

Opgave 16.10

1> 712 / 648 x 100 = 109,9

5> 28,6 / 28 x 100 = 102,1

10> ic reeel bbp = 109,9 / 107 x 100 = 102,7

ic reeel bbp per hoofd = 102,7 / 102,1 x 100 = 100,6

Hw.

Afmaken opgave 16.10

Huiswerkopgaven 11 en 12