8hv_Werkwoordsoorten

Lesdoel
Uur 1:
-Verschillende werkwoordsoorten herkennen
-Oefenen met werkwoordsoorten herkennen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Uur 1:
-Verschillende werkwoordsoorten herkennen
-Oefenen met werkwoordsoorten herkennen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoord soorten

  1. Zelfstandig werkwoord 
  2. Hulpwerkwoord
  3. Koppelwerkwoord

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

LET OP!
Staan er meerdere ww in de zin, dan is de persoonsvorm (pv) een hulpwerkwoord (hww)

'Hij zou leraar willen worden'

Werkwoorden: Zou willen worden 
Dit zijn: 3 ww, dus 2 hulpwerkwoorden (hww)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werkwoord (zww)
Wanneer een werkwoord de handeling / actie aangeeft, 
spreek je van een zelfstandig werkwoord (zww).


Let op: Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een nieuw werkwoordsoort!
Het koppelwerkwoord (kww)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelwerkwoord (kww)
- Geeft geen handeling aan
- Koppelt het onderwerp aan een kenmerk of eigenschap verderop in de zin. 
- Kan er maar 1 van in de zin staan

Het onderwerp doet niets, maar is iets. Vb: Mijn tante is oud.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelwerkwoord

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zww staat nooit samen in een zin met een kww.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn vader heeft het hek geschilderd



Welke werkwoorden zie je hier? 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn vader heeft het hek geschilderd

heeft...geschilderd


Welk is het belangrijkst? 

Oftewel: Welk werkwoord geeft de actie/handeling weer?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn vader heeft het hek geschilderd

heeft...geschilderd = zelfstandig werkwoord


Geschilderd geeft de actie/handeling weer



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
Met alle werkwoordsoorten

Antwoord A? dan blijf je zitten
Antwoord B? dan ga je staan

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ben naar huis gelopen.
Het laatste werkwoord is een:
A
koppelwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het woord tussen haakjes een zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten. (heb)
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat boek van jou lijkt me erg goed.
lijkt = ...

A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Reitsma blijft altijd geduldig.

blijft = ...
A
koppelwerkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jacob is een oplettende leerling.

is =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij is altijd al een opschepper geweest.

is = ?
geweest = ?
A
is = hww geweest = kww
B
is = kww geweest = hww

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom?

In een zin kunnen ook een hulpwerkwoord (hww) en een koppelwerkwoord (kww) samen voorkomen. 

Het koppelwerkwoord is dan een voltooid deelwoord of een infinitief (het hele werkwoord).
Voorbeelden: 

Berend is drie weken ziek geweest
--->is = hww, geweest = kww
Geweest = voltooid deelwoord

Anna gaat morgen de beste zijn.
--->gaat = hww, zijn = kww
Zijn = infinitief (hele werkwoord)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Wat? Opdracht 11, 12 en 13 op blz 125 en 126 (grammatica blok 3)
Als je je huiswerk niet gedaan hebt: eerst 7, 8, 9 en 10 (blz 123)


Hoe? Alleen en in stilte. Je werkt in je eigen schrift
Hulp? Steek je vinger op en ik kom langs
Tijd? tot de pauze

Klaar? Haal het antwoordenblad op van mij bureau

Niet klaar? Huiswerk voor de volgende les (Over twee weken)
Opdracht maken

Slide 22 - Diapositive

Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.