Temperatuur

Temperatuur meten
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Medisch technische handelingenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Temperatuur meten

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
Leerdoel: Ik kan volgens protocol bij een patiënt de temperatuur bepalen, waarbij ik duidelijk ben in mijn uitleg over de behandeling en kan vertellen of er sprake is van verhoging, koorts of een lage temperatuur. 

Leerdoel: ik kan advies geven wanneer er sprake is van verhoging of koorts 
 

Slide 2 - Diapositive

Wat kunnen mogelijke oorzaken zijn van koorts?

Slide 3 - Question ouverte

oorzaken koorts
Infectieziekten (bacteriële en virale infectie), wonden, na een operatie, afsterven van weefsel. 

Slide 4 - Diapositive

Wat is de normale lichaamstemperatuur?
A
Tussen 35,5-36,5
B
Tussen 36,5 en 37.0
C
Tussen 36,0-37,5
D
Tussen 36,5-38,0

Slide 5 - Quiz

Wanneer spreek je van koorts?
A
38 graden en lager
B
Vanaf 37,5 graden
C
39 graden en hoger
D
38 graden en hoger

Slide 6 - Quiz

Wat is de meest betrouwbare vorm van temperatuur meten?
A
In het oor
B
Rectaal
C
Via het voorhoofd
D
In de mond

Slide 7 - Quiz

orale temperatuur meet je in de......
A
anus
B
mond
C
voorhoofd
D
onder de oksel

Slide 8 - Quiz

Axillair de temperatuur meten is onder de oksel
A
onjuist
B
juist

Slide 9 - Quiz

in het oor
onder de oksel
in de anus

in de mond

in de lies
rectaal
inguinaal
axillair
oraal
tympanisch

Slide 10 - Question de remorquage

Waar hoef je geen extra graden aan toe te voegen bij het meten van de temperatuur?
A
in het rectum
B
in de mond
C
in de lies
D
onder de oksel

Slide 11 - Quiz

Waar meet je de temperatuur
met deze thermometer?
A
Onder de tong
B
Onder de oksel
C
In het oor
D
In het rectum

Slide 12 - Quiz

Tympanische thermometer

Analoge thermometer
Infra-rood thermometer
Digitale thermometer

Slide 13 - Question de remorquage

Hoe vaak raad je iemand aan om de temperatuur te meten? 
A
1 keer per dag
B
2 keer per dag
C
3 keer per dag
D
4 keer dag

Slide 14 - Quiz

begrippen
febris continua 
febris remittens 
febris intermittens

Slide 15 - Diapositive

begrippen
 febris continua = koorts van ongeveer constante hoogte 
febris remittens = per dag een schommeling van niet meer dan 1,5° 
febris intermittens = herhaalde koortsaanvallen met per dag  
   wisselende temperaturen, onderbroken door kortstondige perioden     

Slide 16 - Diapositive

Vanaf welke temperatuur spreken we van hyperthermie?
A
>39 graden
B
>40 graden
C
>41 graden
D
>42 graden

Slide 17 - Quiz

Onder welke temperatuur spreken we van hypothermie?
A
<36 graden
B
<35 graden
C
<34 graden
D
<33 graden

Slide 18 - Quiz

Welke adviezen geef je bij een patiënt met koorts?

Slide 19 - Question ouverte

ADVIEZEN BIJ KOORTS
Neem rust; bedrust niet nodig, vermijd lichamelijke inspanning.

Drink voldoende
Binnenblijven hoeft niet
Blijf uit de zon
Koortsverlagend middel (bv Paracetamol) mag
Dit beïnvloedt niet het beloop, maar vermindert het ziekgevoel. Het lichaam zorgt er zelf voor dat de koorts niet te hoog wordt. 




Slide 20 - Diapositive

Aan de slag
Je mag nu aan de slag.
Heb je vragen? Laat het me weten.


SUCCES!

Slide 21 - Diapositive