ASGH H2 Meten is weten?

Assisteren in de gezondheidzorg
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Assisteren in de gezondheidzorg

Slide 1 - Diapositive

Les 2
Doelen
Temperatuur
Bloeddruk
Polsslag
Bloedsuiker opmeten

Slide 2 - Diapositive

Temperatuur te hoog!

Temperatuur te hoog.
  • Bloedvaten open

Slide 3 - Diapositive

Temperatuur meten

Temperatuur wordt gemeten met een thermometer

Symbool voor temperatuur: T

Eenheid voor temperatuur: graden Celcius  (oC )





Slide 4 - Diapositive

Lichaamstemperatuur meten
Meet je lichaamstemperatuur            
- Oksel 
- Oor
- Rectaal
- Onder de tong
- Voorhoofdsmeter

Slide 5 - Diapositive

Meten van de lichaamstemperatuur
Rectaal: meten van de lichaamstemperatuur in de anus

Oraal: meten van de lichaamstemperatuur onder de tong
Axillair: meten van de lichaamstemperatuur onder de oksel
Tympanisch of auraal: meten van de lichaamstemperatuur in het oor


Slide 6 - Diapositive

Welke is de oor thermometer
Welke is de rectale thermometer
Welke is de voorhoofd thermometer

Slide 7 - Diapositive

Normwaarden
normale temperatuurt         36,5 / 37
verhoging     37,5 / 38,4
koorts 39,5

Slide 8 - Diapositive

orale temperatuur meet je in je......
A
anus
B
mond
C
voorhoofd
D
onder de oksel

Slide 9 - Quiz

koorts is ......
A
boven de 37
B
boven de 37,5
C
boven de 38,5

Slide 10 - Quiz

voor ik de temperatuur ga meten ga ik eerst ..........
A
handen wassen
B
materialen schoonmaken
C
handschoenen aantrekken

Slide 11 - Quiz

Bloeddruk meten 

Slide 12 - Diapositive

Bloeddruk meten

Slide 13 - Diapositive

Bloeddruk meten

Slide 14 - Diapositive

Bloeddruk meten

Slide 15 - Diapositive

Als je de bloeddruk meet met een stethoscoop en een manchet dan heet dit:
A
digitale meting
B
hoge bloeddruk
C
manuele bloeddrukmeting

Slide 16 - Quiz

een gezonde bloeddruk is .....
A
100/60
B
120/80
C
140/90

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Suikerwaardes worden nuchter gemeten
  • Een normale waarde: onder de 6,1 mmol/l
  • Verhoogde bloedsuikerwaarde: tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l
  • Diabetes: boven de 6,9 mmol/l

Slide 20 - Diapositive

Wat is een ander woord voor suikerziekte?
A
Incontinentie
B
Obesitas
C
Obstipatie
D
Diabetes

Slide 21 - Quiz

suikerwaardes prik je .....
A
nuchter
B
voor het eten
C
na het eten

Slide 22 - Quiz

een normale suikerwaarde is .......
A
onder de 4
B
onder de 5
C
onder de 6

Slide 23 - Quiz