Herkennen van stoffen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Doelen

Na de les kun je

• kort vertellen wat scheikunde is.
• vertellen wat stofeigenschappen zijn en hiervan kun je een aantal voorbeelden geven.
• vertellen wat waarnemingen zijn en hoe je dat doet bij een practicum

Chemie, wat is dat?

Bereken de massa van een loden bal.
De bal heeft een volume (= inhoud) van 40 ml.
De dichtheid van lood moet je opzoeken op internet. Je werkt in tweetallen, dus één zoekt op en de ander geeft het antwoord.

Bij scheikunde gebruiken we de "wetenschappelijke" eenheid voor temperatuur, dat is Kelvin.
Reken om hoeveel Kelvin de kamertemperatuur (20 graden Celsius) is.

Noem drie veiligheidsmaatregelen die je moet nemen tijdens het practicum

Herkennen van stoffen

Waarnemen: Bij de scheikunde doe je waarnemingen door middel van:

• goed kijken
• voorzichtig ruiken
• meten
• voelen
• horen

Vaak zorgen we voor een specifieke reactie om de waarneming te kunnen doen. Bij proefjes dus goed opletten!

Herkennen van stoffen

Door middel van stofeigenschappen met elkaar te vergelijken kun je stoffen herkennen.

Bijv: Een stof is bij kamertemperatuur een kleurloze, reukloze vloeistof, het kookpunt is 373 K en het stolpunt is 273 K. Welke stof is dit?

Schrijf stofeigenschappen op

Demo suiker en zout

De docent heeft twee reageerbuizen.

Bekijk de reageerbuizen goed en noteer wat je ziet. Omschrijf de stoffen heel nauwkeurig (kleur, substantie, fase bij kamertemperatuur,...)

Noteer de waarnemingen.

Demo suiker en zout

De docent neemt van de eerste reageerbuis een spatelpunt en houdt deze in de vlam van een brander.

Noteer weer wat je ziet en begin je antwoord met stof 1.

Daarna wordt een spatelpunt van de andere stof in de vlam van een brander gehouden.

Noteer dit ook maar begin je antwoord nu met stof 2

Noteer je waarnemingen als volgt:
Bij stof 1 zie ik ...
Bij stof 2 zie ik ...

Stof 1 was

1. Suiker
2. Zout
3. Een mengsel van suiker en zout
4. Geen van de drie antwoorden is goed

Stof 2 was

1. Suiker
2. Zout
3. Een mengsel van suiker en zout
4. Geen van de drie antwoorden is goed

Practicum Ammonia en Azijn

Bij dit practicum draag je een labjas.

Je krijgt een reageerbuisrekje met twee reageerbuisjes.

Op het bureau staan twee erlenmeyers met een vloeistof.

Giet een beetje van erlenmeyer I in reageerbuis 1

Giet een beetje van erlenmeyer II in reageerbuis 2 (zelf uitelkaar houden).

Bepaal de stofeigenschappen kleur-helderheid-geur-reactie met indicator.

Gebruik rodekoolsap als indicator.

Practicum Ammonia en Azijn.
Noteer de stofeigenschappen als volgt:
Kleur: ...
Helderheid: ...
Geur: ....
Reactie met indicator: ...

Verwerking:

Maak opdracht 2 t/m 8 in je schrift en laat deze controleren door de docent.

Doelen

Na de les kun je

• kort vertellen wat scheikunde is.
• vertellen wat stofeigenschappen zijn en hiervan kun je een aantal voorbeelden geven.
• vertellen wat waarnemingen zijn en hoe je dat doet bij een practicum