Meer dan lezen par 1 t/m 4 herhalen en par 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Cursus 1 Meer dan Lezen 

Alle theorie op een rij 

Lesplanning 

Quiz herhaling t/m par. 4

Instructie par. 5

Aan de slag!

Doel van de les

Ik kan onderwerp en hoofdgedachte benoemen.

Ik kan een structuur van een tekst herkennen.

Ik begrijp wat alinea's en kernzinnen zijn.

Ik kan een kernzin aanwijzen binnen een alinea.

Ik weet wat in een inleiding en slot van een tekst thuishoort.

Ik weet hoe ik deelonderwerpen kan herkennen.

Quiz 

Paragraaf 1 t/m 5

Wat is een ander woord voor leesstrategie?

1. Manier van lezen
2. Leesdoel
3. Snel lezen
4. Luisterstrategie

Bij precies lezen ....

1. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
2. bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea
3. lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
4. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt

Bij oriënterend lezen . . . .

1. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
2. bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea
3. lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
4. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt

Bij globaal lezen . . . .

1. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt
2. lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
3. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
4. bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea

Bij zoekend lezen . . .

1. lees je de eerste en laatste zin van elke alinea.
2. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
4. lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. samenvatting van één zin over de tekst
2. in één of enkele woorden waar de tekst over gaat
3. alle tussenkopjes samen
4. de titel

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. gevonden pootafdrukken van dino's
2. het Schotse eiland Skye
3. wetenschappers in Schotland
4. dino's leefden in een gezin

Wat is een hoofdgedachte?

1. de samenvatting van de tekst
2. een zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt
3. een zin uit de tekst
4. wat de schrijver van de tekst vindt

De hoofdgedachte van een tekst staat vaak letterlijk in de inleiding of het slot.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de hoofdgedachte?

1. Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
2. Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
3. Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
4. Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Wat is een kernzin?

1. De kernzin is de titel van een alinea
2. De kernzin is de langste zin van een alinea
3. De kernzin geeft het belangrijkste van een alinea
4. De kernzin geeft de bijzaken van een alinea

Wat is de kernzin?

1. Pubers zijn niet in staat weloverwogen een vakkenpakket te kiezen.
2. Hun hersens zijn nog lang niet volgroeid en daarom (...)

Wat is de kernzin?

1. zin 1
2. zin 2
3. zin 3
4. zin 4

Paragraaf 5 Inleiding en slot

Inleiding heeft 2 functies: 

- nieuwsgierig maken (bijv. anekdote, voorbeeld, actualiteit)

- duidelijk maken waar de tekst over gaat (onderwerp)

Paragraaf 5 Inleiding en slot

Het slot (kan één of meer alinea's zijn):

- meestal conclusie (hoofdgedachte) (dus/daarom) OF
korte samenvatting

Wat kan er ook instaan?

- een aanbeveling (advies)

- aansluiting bij de inleiding (verhaal rond maken)

- toekomstverwachting

Sommige teksten geen echt slot (nieuwsberichten)

Wat betekent het woord anekdote?

1. een vraaggesprek
2. een voorbeeld
3. een uitleg
4. een kort, grappig verhaaltje

Lees de inleiding
nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?

1. aandacht trekken en onderwerp bekend maken
2. uitleg geven over gamen
3. centrale vraag stellen
4. samenvatting geven

Alle teksten hebben een slot

1. waar
2. niet waar

Aan de slag!

Wat? Opdracht 3 blz. 37 maken (al klaar? dan nakijken)

Hoe? Bladzijde 37 in je lesboek, antwoorden op Classroom.

Tijd? 15 minuten

Hulp? Zelfstandig

Klaar? Theorie paragraaf 6 zelfstandig bestuderen (blz. 42)

Daarna maken opdracht 2 blz. 42/43