5.3 De kerkhervorming

kritiek van Luther op de kerk, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. reliekwieën (heilige voorwerpen)
  4. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  5. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

kritiek van Luther op de kerk, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. reliekwieën (heilige voorwerpen)
  4. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  5. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")

Slide 1 - Diapositive

Video
Histoclip: Luther en de Hervorming

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Kenmerkende Aspecten
  • 18. Het begin van de Europese expansie overzee
  • 19. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijk belangstelling
  • 20. De hernieuwde oriëntatie op het klassieke Oudheid
  • 21.  De Protestantse reformatie die de spiltsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had. 

Slide 4 - Diapositive

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 5 - Quiz

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 6 - Quiz

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 7 - Quiz

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 8 - Quiz

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 9 - Quiz

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 10 - Quiz

reactie katholieke kerk op Hervorming
  • Contrareformatie:
  • Concilie van Trente (1545-1563):
  • 1.  aflaatbrieven bleven bestaan
  • 2. celibaat herbevestigd
  • 3. heiligenverering bleef
  • 4. priesteropleiding verbeterd
  • 5. Vulgaat bleef officiële bijbel
  • 6. bisdommen verkleind > controle
  • 7. inquisitie pakt ketters aan

Slide 11 - Diapositive

                  inquisitie

Slide 12 - Diapositive

kerkelijke rechtbank

Slide 13 - Diapositive

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  • RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  • Veel gebieden in 'Heilige Roomse Rijk' (Duitsland) werden lutheraans >
  • bezittingen RK Kerk door portestantse edelen afgenomen >
  • oorlogen:
  • - De Nederlanden (1568 - 1648): 'De Opstand'
  • - Frankrijk: Hugenoten <> Franse koning > Edict van Nantes (1598): gewetensvrijheid
  • - Duitsland: Lutherse vorsten <> Karel V (RK) >
  • - Vrede van Augsburg (1555)
  • Opdracht: zoek uit waarom Karel V de vrede van Augsburg als een nederlang zag

Slide 14 - Diapositive

Waarom was de Vrede van Augsburg een nederlaag voor Karel V?

Slide 15 - Carte mentale

0

Slide 16 - Vidéo

Calvinisme:
  • 1. God heeft bepaald wie in de hemel komt
  • 2. bijbel is basis geloof
  • 3. taak geestelijkheid: bijbel uitleggen
  • 4. geestelijken mogen trouwen
  • 5. heiligenverering is afgoderij
  • 6. verzet tegen een vorst is mogelijk:
  • de vorst houdt zich niet aan regels God
  • is verschil met Luther:
  • 'Vorsten zijn door God gekozen' >
  • geen verzet toegestaan
  • nadruk op eenvoud

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

interieur Dom van Freising
Interieur protestantse kerk

Slide 19 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Question ouverte

0

Slide 22 - Vidéo