3.2 t/m 3.4 herhalen

H3 economische ontwikkeling
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3 economische ontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

Programma 
  • klassikaal herhalen landbouw, industrie en diensten
  • keuzemoment 

Slide 2 - Diapositive

Waarom moeten sommige landen zoveel irrigeren?

Slide 3 - Question ouverte

welke soorten landbouw en veeteelt ken je?
LANDBOUW

Slide 4 - Carte mentale

tuinbouw
veeteelt
akkerbouw
bosbouw

Slide 5 - Question de remorquage


Dit is een voorbeeld van
A
schaalvergroting
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 6 - Quiz


Dit is een voorbeeld van
A
schaalvergroting
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 7 - Quiz

als een boer alleen nog maar koeien heeft, is dat een voorbeeld van
A
schaalvergroting
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 8 - Quiz

Wat is een gevolg van intensivering in de landbouw?
A
hogere opbrengst per hectare en per dier
B
lagere opbrengst per vierkante meter landbouwgrond
C
meer kleine landbouwbedrijven
D
minder machines per landbouwbedrijf

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen lichte en zware industrie?

Slide 10 - Question ouverte

Waar of niet waar? De zware industrie bewerkt half afgewerkt producten tot kant- en-klare producten.

Slide 11 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk vestigingsfactoren

Slide 12 - Carte mentale

Waarom worden fabrieken vaak in de periferie gebouwd?

Slide 13 - Question ouverte

Welke beroepen horen bij de dienstensector?

Slide 14 - Carte mentale

Wat hoort er bij een hoge arbeidsproductiviteit?
A
Automatisering
B
Dat er meer werk gedaan wordt in een bepaald tijd.
C
Dit zie je in gebieden met een hoge werkloosheid.
D
Dat er minder werk gedaan wordt in een bepaalde tijd.

Slide 15 - Quiz

Waarom verdwijnen veel diensten uit de dorpen?

Slide 16 - Question ouverte

Bij de industrie werden bedrijven verplaatst om de kosten te drukken. Waarom kan dit niet bij de dienstensector?

Slide 17 - Question ouverte

Wat ga jij doen?
ik moet nog test jezelfs van 3.2 t/m 3.4 afmaken
herhalen: vestigingsfactoren 3.5 maken
verdiepen: economische groei 3.10 maken

Slide 18 - Sondage