8.1 en 8.2 afronden. 8.3 start KT

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 1

Welkom!

Maak L1 en L2
K: bladzijde 157 en 164       T: bladzijde 159 en 166

Nakijken huiswerk

K - leerlingen: samen

T - leerlingen: papieren boekje of online

Woordformules

Bij een fietsenmaker kun je een fiets huren. Je betaalt een vast bedrag van €6,00 aan schoonmaakkosten en €8,50 per dag.

Hoeveel kost het als je de fiets 3 dagen huurt?

Woordformules

Bij een fietsenmaker kun je een fiets huren. Je betaalt een vast bedrag van €6,00 aan schoonmaakkosten en €8,50 per dag.

Hoeveel kost het als je de fiets 6 dagen huurt?

Woordformule!

Bij een fietsenmaker kun je een fiets huren. Je betaalt een vast bedrag van €6,00 aan schoonmaakkosten en €8,50 per dag.

kosten = €6,00 + 8,50 x aantal dagen

vast bedrag

prijs per dag

Nog eentje oefenen..

Tjerk heeft een bijbaantje. Hij krijgt een vast bedrag van €4,00 en per uur verdient hij €5,00. 

Welke woordformule hoort hierbij? 

kosten = €... +€ .... x aantal dagen

vast bedrag

prijs per dag

Tjerk werkt 4 uur. Hoeveel krijgt hij betaald?
Inkomsten (€) = 4 + 5 x tijd in uren

1. 4
2. 9
3. 14
4. 24

Tjerk werkt 8 uur. Hij verdient ..,.. euro
Inkomsten (€) = 4 + 5 x tijd in uren

T - leerlingen

• Begingetal
• Stijggetal
• Daalgetal

Opgave 12 en 13

Huiswerk                 KT

K - leerlingen

17 tot en met 21 maken (bladzijde 167) 

T - leerlingen

18 tot en met 23 maken paragraaf 8.3