Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
14-2 grammatica zinnen maken - hoofdzin
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van de les:
Weet je hoe je een hoofdzin moet maken.
Kan je het werkwoord vervoegen.
Slide 2 - Diapositive
Werkwoord
ik
loop
jij
loop
+t
hij/ zij
loop
+t
wij
lopen
jullie
lopen
zij
lopen
Slide 3 - Diapositive
lopen
A
Ik loop naar de stad.
B
Ik lopen naar de stad.
C
Ik loopt naar de stad.
Slide 4 - Quiz
leren
A
Ik leren Nederlands.
B
Ik leert Nederlands.
C
Ik leer Nederlands.
Slide 5 - Quiz
fietsen
A
Ik fietst naar huis.
B
Ik fiets naar huis.
C
Ik fietsen naar huis.
Slide 6 - Quiz
Je hebt net een quiz gemaakt.
Als het goed is heb je net 3 goede zinnen gezien.
Vandaag leer je hoe je een goede hoofdzin moet maken.
Een gewone zin noem je hoofdzin.
Slide 7 - Diapositive
Regel
Op de eerste plaats komt
wie of wat
.
Op de tweede plaats staat het
werkwoord
.
Op de derde plaats staat de
rest
(hier staat meer informatie).
Slide 8 - Diapositive
1
2
3
wie/ wat
werkwoord
rest (wanner/ wat/ waar)
Ik
bel
morgen.
Jij
komt
naar school.
Hij
loopt
in het park.
Wij
vieren
vandaag feest.
Jullie
zijn
getrouwd.
De Auto
rijdt
op de straat.
Slide 9 - Diapositive
Extra Regel
Bij de rest van de zin kommen altijd woorden van tijd voor woorden van plaats.
Bijvoorbeeld:
wie/ wat
werkwoord
rest (tijd)
rest (wat)
rest (plaats)
Wij
gaan
elke zomer
op vakantie
in Duitsland.
Zij
eet
elke avond
groente.
Ik
schaats
in de winter
op het ijs.
Slide 10 - Diapositive
Wat is de goede zin?
A
Ik morgen bel.
B
Ik bel morgen.
C
Morgen ik bel.
Slide 11 - Quiz
Wat is de goede zin?
A
Ik woon in Nederland.
B
In Nederland ik woon.
C
Woon in Nederland ik?
Slide 12 - Quiz
Wat is de goede zin?
A
Ik naar de winkel loop.
B
Naar de winkel ik loop.
C
Ik loop naar de winkel.
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Welke zin is goed?
Schrijf de hele zin op.
Slide 15 - Diapositive
1a. Ik ben vandaag thuis.
1b. Ik vandaag thuis ben.
Slide 16 - Question ouverte
2a. Niki iedere morgen 1 uur met de hond wandelt.
2b. Niki wandelt iedere morgen 1 uur met de hond.
Slide 17 - Question ouverte
3a. De kinderen gaan volgende week op schoolreis.
3b. De kinderen gaan op schoolreis volgende week.
Slide 18 - Question ouverte
Aan de slag
blz 120
3.6
kunnen en mogen en
4.1
Hoofdzin
timer
15:00
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Hoe vond je de les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
zinnen maken - hoofdzin
Janvier 2024
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
1,1 buren/hoofdzin
Novembre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Eerste Lessonup compleet zelf gemaakt
Décembre 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
1.7 grammatica 3T
Novembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.7 grammatica hoofdzinnen en bijzinnen
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Hoofdzinnen en bijzinnen
Janvier 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.7 grammatica
Septembre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2ha grammatica zinsdelen hoofdstuk 5
Janvier 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2