Bezittelijk voornaamwoord klas 1

• Frans
• Middelbare school
• Voortgezet speciaal onderwijs
• mavo
• Leerroute M
• Leerjaar 1

Lessonup over bezittelijk voornaamwoord

+ vocabulaire Unité 4- apprendre 1

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. ik, jij, hij, zij, etc.
2. in, op, achter, voor, etc.
3. mijn, jouw, haar, zijn, etc.
4. een zelfstandig naamwoord

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.

_________ (mijn) frère

1. mon
2. ma
3. son
4. sa

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je voor:
"mijn"

1. ton, ta ,tes
2. mon, ma, mes
3. ton, mon, tes
4. mon, ton, mes

Welke bezittelijk voornaamwoorden heb je voor:
"jouw"

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
_________ (haar) lit (=mannelijk)

1. sa
2. ta
3. son
4. ton

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.

_________ (mijn) table (=vrouwelijk)

1. ma
2. ta
3. mon
4. son

Vertaal en kies uit de 4 opties.

MIJN SLAAPKAMER =

1. mes chambres
2. ton chambre
3. mon chambre
4. ma chambre

Vertaal en kies uit de 4 opties.

HAAR DEUR =

1. sa porte
2. ta porte
3. son porte
4. ma porte

Vertaal in het Frans:
DE TUIN

Vertaal in het frans
"de badkamer"

1. la salle de bains
2. le jardin
3. la cuisine
4. la pièce

Vertaal in het Frans:
DE KEUKEN