Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 5
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Buitenkant = meer Na-ionen dan K-ionen.
Cytoplasma = meer K-ionen dan Na-ionen
Binnenkant = negatief geladen
Actief transport = transport Na en K in en uit de cel.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
(refractaire periode)
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Absoluut = periode waarin geen nieuwe impuls kan ontstaan (drempelwaarde t/m repolarisatie)
Relatief = periode waarin een impuls alleen bij een extra grote prikkel kan ontstaan (hyperpolarisatie)
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Aan de slag
Start met de opdrachten van basisstof 5. (volgende les verder)
Klaar? Lees alvast verder in basisstof 5.
Slide 15 - Diapositive
Leg uit wat de verdeling van Na+ en K+ ionen zijn in de rustfase
Slide 16 - Question ouverte
Wat gebeurt er tijdens de actiefase?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen de impulssterkte en de impulsfrequentie?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Vidéo
Slide 20 - Vidéo
The wave
Hoe snel kunnen wij een impuls doorgeven?
Slide 21 - Diapositive
The wave deel 2
Hoe snel kunnen wij impulsen doorgeven via sprongsgewijze impulsgeleiding?
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Ook wel saltatoire impulsgeleiding genoemd
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Summatie
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Impulsoverdracht
Slide 30 - Diapositive
Een zintuigcel in de huid wordt zodanig geprikkeld dat er impulsen worden voortgeleid in de sensorische zenuwcel die ermee is verbonden. De prikkelsterkte wordt opgevoerd. Er worden twee beweringen gedaan. 1. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte zal de impulsfrequentie toenemen. 2. Als gevolg van de opgevoerde prikkelsterkte zal de impulssterkte toenemen. Welke bewering(en) is (zijn) juist?
A
Geen van beide
B
Alleen bewering 1
C
Alleen bewering 2
D
Beide beweringen
Slide 31 - Quiz
Bij impulsgeleiding worden actiefasen en herstelfasen onderscheiden. Hierover worden drie beweringen gedaan. 1. Het cytoplasma van de zenuwcel krijgt tijdens de actiefase gedurende heel korte tijd een negatieve lading ten opzichte van de buitenkant. 2. Tijdens de herstelfase gaan K+-ionen de cel uit. 3. Tijdens de herstelfase kan het celmembraan gedurende korte tijd geen impulsen geleiden. Welke bewering(en) is (zijn) juist?
A
Alleen de bewering 1 en 2
B
Alleen de beweringen 1 en 3
C
Alleen de beweringen 2 en 3
D
De beweringen 1, 2 en 3.
Slide 32 - Quiz
Oefenen
Geef aan welke nummers schakelcellen zijn, welke sensorische neuronen en welke motorische neuronen.
Geef in de tekening met een + en - aan of er een EPSP of IPSP doorgegeven wordt.