Duitsland Quiz

Deutschland Quiz
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Deutschland Quiz

Slide 1 - Diapositive

Weetjes
Duitsers behoren tot de grootste bierdrinkers ter wereld...
Een Duitser vond de gummybeertjes uit...
Duitsers eten brood als ontbijt en soms als avondmaal... Lunch is warm!
Op 65% van de snelwegen in Duitsland geldt geen snelheidslimiet...
Er zijn meer dan 1500 soorten worst in Duitsland...
De smalste straat ter wereld ligt in Duitsland en is op haar smalst 31 cm breed...

Slide 2 - Diapositive

Van boven naar beneden is de Duitse vlag:

A
Zwart – goud - rood
B
Zwart – rood - goud
C
Goud – rood - zwart
D
Rood – zwart - goud

Slide 3 - Quiz

Het cijfersysteem op school in Duitsland werkt anders dan bij ons....Wat is het BESTE cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
D
5

Slide 4 - Quiz


Wat is de hoofdstad van Duitsland?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 5 - Quiz


Hoeveel inwoners heeft Duitsland?

A
Ongeveer 10 miljoen
B
Ongeveer 40 miljoen
C
Ongeveer 80 miljoen
D
Ongeveer 150 miljoen

Slide 6 - Quiz

Je antwoord op de vraag: Heb je broers/zussen?
A
Er hat braune Augen.
B
Mein Bruder ist 14 Jahre alt.
C
Sie hat blonde Haare.
D
Ich habe zwei Brüder.

Slide 7 - Quiz

Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling

Slide 8 - Quiz

Noem zo veel mogelijk automerken.

Slide 9 - Question ouverte


Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
Acht
B
Neun
C
Zehn
D
Sieben

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je een mobieltje in het Duits?
A
Das Telefon
B
Das Ding
C
Die Mobil
D
Das Handy

Slide 11 - Quiz


Wat zou een goed antwoord zijn op de vraag:
Was möchtest du später werden?
A
Ich möchte später nach Hause kommen
B
Ich denke Arzt
C
Ich glaube ich werde krank.

Slide 12 - Quiz

Schrijf de kleur ( geel ) op in het Duits

Slide 13 - Question ouverte


Der Tag vor dem Sonntag heißt....?
A
Montag
B
Mittwoch
C
Samstag
D
Freitag

Slide 14 - Quiz

Schrijf de kleur ( zwart ) op in het Duits

Slide 15 - Question ouverte


Vertaal: Guten Appetit!
A
Eet smakelijk!
B
Goeden dag!
C
een goede mop
D
wat appart!

Slide 16 - Quiz


Waar heeft Arjan Robben gespeeld?
A
FC Kaiserlautern
B
HSV Hamburg
C
Schalke 04
D
Bayern München

Slide 17 - Quiz

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 18 - Question de remorquage

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn

Slide 19 - Quiz

Kartoffelsalat
Flammkuchen
Maultaschen
Lebkuchen
Kaiserschmarren
Bratwurst

Slide 20 - Question de remorquage

Oktoberfest is ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 21 - Quiz

Peter Fox
Angela Merkel
Albert Einstein
Sebastian Vettel
Cro
Helene Fischer
Manuel Neuer
Nena

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is buik in het Duits

Slide 23 - Question ouverte

Wat is ziekenhuis in het Duits

Slide 24 - Question ouverte

Wat is broek in het Duits

Slide 25 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk Duitse winkelketens

Slide 26 - Question ouverte

die Konditorei
Metzger/Fleischerei
das Kaufhaus
die Drogerie
die Bäckerei
das Gemüse geschäft
der Supermarkt
das Kleidungs geschäft
die Eisdiele
de drogist
de supermarkt
de banketbakker
de ijssalon
de kledingwinkel
de slager
het warenhuis
de bakkerij
de groentewinkel

Slide 27 - Question de remorquage

Hoeveel liter bier drinkt een Duitser gemiddeld per jaar (volgens onderzoek in 2014)? Vul alleen het getal in.

Slide 28 - Question ouverte

.... heißt du?
..... Telefonnummer hast du?
.... bleibst du nicht?
....ist er gekommen?
..... wohnst du?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann

Slide 29 - Question de remorquage

Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg

Slide 30 - Quiz

Wat is de voornaam van deze mevrouw?
A
Antje
B
Angelika
C
Anja
D
Angela

Slide 31 - Quiz

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikandel met mayo curry en uitjes

Slide 32 - Quiz

Hoe noemen de Duitser dit figuurtje?
A
Gartenzwerg
B
Gartenmann
C
Gartenkerlchen
D
Zaunkabalter.

Slide 33 - Quiz

Wat is geen Duitse stad?
A
Essen
B
Dresden
C
Dortmund
D
Bern

Slide 34 - Quiz

Waar staat de Brandenburger Tor?
A
Bremen
B
Hamburg
C
Bonn
D
Berlijn

Slide 35 - Quiz

Der Pullover
Die Socken
Die Schuhe
Die Hose

Slide 36 - Question de remorquage



Und der Gewinner ist?

Slide 37 - Diapositive