2 Flextra behoeftes

Wat zou jij graag
willen hebben?
1 / 17
suivant
Slide 1: Carte mentale
LogistiekSecundair onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat zou jij graag
willen hebben?

Slide 1 - Carte mentale

Zoek een foto met iets dat jij graag wil hebben.

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een behoefte?
Een behoefte is een wens, verlangen om iets te hebben. 

Slide 3 - Diapositive

Welk voorwerp zou jij het liefste willen hebben?
A
Een GSM
B
mooie make -up producten
C
Lekker eten
D
Een heel duur juweel

Slide 4 - Quiz

OPDRACHT
Zet je laptop even opzij en laat lessonup open staan.
Ga naar je bundel op PG. 4 Deel 1
Kies 3 voorwerpen die jij graag zou willen hebben.

Slide 5 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een levensnoodzakelijke behoefte.

Slide 6 - Carte mentale

Primaire  of levensnoodzakelijke behoeften

Belangrijke behoeften voor de mens die van levensbelang zijn.
voorbeeld : eten

Slide 7 - Diapositive

LEVENSNOODZAKELIJK
NIET LEVENSNOODZAKELIJK
Drinken
Een bad
GSM
Laptop
Kleding
Woning
Vaatwasmachine

Slide 8 - Question de remorquage

Secundaire of culturele/sociale behoefte

Niet van levensbelang, maar wel onmisbaar geworden voor ons omwille van onze leefgewoonten en cultuur.
Voorbeeld: wasmachine

Slide 9 - Diapositive

Secundaire behoefte
Primaire 
behoefte

Slide 10 - Question de remorquage

Tertiare of luxebehoefte
?

Slide 11 - Diapositive

Wat is een tertiare of luxebehoefte?
A
Gouden juwelen
B
Een broodrooster
C
Een Microgolf
D
Een brood

Slide 12 - Quiz

Tertiare of luxe behoefte
Het zijn behoeften die je leven zeer
luxueus maken.  De meeste mensen kunnen hier alleen maar van dromen.
Voorbeeld: dure villa

Slide 13 - Diapositive

De aanleg van een nieuw fietspad. Zou alleen jij dit wensen of zouden meerdere mensen dit wel willen?
A
Alleen ik
B
Meedere mensen

Slide 14 - Quiz

Collectief of individuele behoefte
Individueel: bijvoorbeeld sportschoenen voldoen aan een behoefte van één persoon.
Collectief: bijvoorbeeld een zwembad zijn behoefte bedoeld voor meerdere personen of een hele groep.

Slide 15 - Diapositive

OPDRACHT
Zet je laptop opzij.
Ga naar je bundel PG. 5  opdracht B en maak
Invuloefening:  a) volgens de belangrijkheid voor de mens en b) volgens het aantal personen, waarvoor deze behoefte bedoeld is.

Slide 16 - Diapositive

Woorden die je moet gebruiken om de oefening op te lossen.

tertiare, primaire, individuele, luxe, levensnoodzakelijke, sociale, culturele, collectieve, secundaire

Slide 17 - Diapositive