Eindquiz wiskunde

Welke wiskundig ruimtefiguren zijn dit?
A
Cilinder
B
Kegel
C
Bollen
D
Piramide
1 / 32
suivant
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welke wiskundig ruimtefiguren zijn dit?
A
Cilinder
B
Kegel
C
Bollen
D
Piramide

Slide 1 - Quiz

Hoeveel zijvlakken heeft deze prisma?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 2 - Quiz

Welke wiskundige ruimtefiguren zijn dit?
A
Prisma's
B
Bollen
C
Piramides
D
Kubus

Slide 3 - Quiz

Hoeveel ribben heeft een kegel?
A
2
B
3
C
1
D
0

Slide 4 - Quiz

Wat is de waarde van de 5 in dit getal: 846,503
A
500
B
0,05
C
0,5
D
0,005

Slide 5 - Quiz

Hoeveel is: 155,6 x 100?
A
1556
B
155600
C
15560
D
255,6

Slide 6 - Quiz

Zijn 36 en 66 een veelvoud van 6?
A
36 wel, 66 niet
B
36 niet, 66 wel
C
beiden niet
D
beiden wel

Slide 7 - Quiz

Weet je nog het verschil tussen cijfers en getallen?
Bij welk antwoord staan alleen cijfers?
A
0, 1, 3, 9, 4
B
12, 23, 5, 216
C
A en B zijn goed
D
A en B zijn beiden fout

Slide 8 - Quiz

In welk antwoord staan de getallen van klein naar groot?
A
0,80 0,9 1,00 1,24
B
1,67 1,340 1,58
C
1,7 1,70 1,700
D
3,54 6,22 6,110

Slide 9 - Quiz

Hoeveel decimalen heeft dit getal:
234,47455
A
8
B
3
C
5
D
geen decimalen

Slide 10 - Quiz

Rond 3545,63 af op een honderdtal:
A
3500
B
3550
C
3546
D
4000

Slide 11 - Quiz

Welk getal is afgerond op een honderdtal?
A
2300
B
600
C
12846700
D
Alledrie

Slide 12 - Quiz

Is dit een verhoudingstabel?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Hoeveel flessen zitten er in 2 kratten?
A
9
B
18
C
27
D
20

Slide 14 - Quiz

Welke lengte eenheid is het kleinst?
A
millimeter
B
hectometer
C
centimeter
D
decimeter

Slide 15 - Quiz

Hoeveel millimeter gaan er in een centimeter.
A
10
B
100
C
0,1
D
1000

Slide 16 - Quiz

Wat betekent de afkorting 'hm'?
A
hectometer
B
hele meter
C
H&M
D
kilometer

Slide 17 - Quiz

decameter en decimeter zijn eenheden van...
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht

Slide 18 - Quiz

Wat betekent de afkorting 'dam'
A
dal
B
hectare
C
deciliter
D
decameter

Slide 19 - Quiz

Uren en dagen zijn
A
tijd
B
meetinstrument
C
grootheid
D
eenheden

Slide 20 - Quiz

Gewicht, lengte en oppervlakte zijn
A
eenheden
B
grootheden

Slide 21 - Quiz

Ik wandel 36 km in 6 uur
Hoeveel km per uur loop ik dan?
A
36
B
6
C
10
D
42

Slide 22 - Quiz


A
loodrecht
B
evenwijdig

Slide 23 - Quiz


A
loodrecht
B
evenwijdig

Slide 24 - Quiz

Lijnsymmetrie is hetzelfde als:
A
vouwsymmetrie
B
draaisymmetrie
C
roteersymmetrie
D
A en B

Slide 25 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen heeft deze vlinder?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 26 - Quiz

1/4 is hetzelfde als ....... procent
A
25
B
50
C
12,5
D
14

Slide 27 - Quiz

Is deze figuur
draai-symmetrish?
A
Nee
B
Ja

Slide 28 - Quiz

Wat is de kleinste
draaihoek?
A
30 graden
B
36 graden
C
180 graden
D
60 graden

Slide 29 - Quiz

Ik koop een broek van 100,00 en krijg 30% korting. Hoeveel kost de broek?
A
60,00
B
70,00
C
300,00
D
30,00

Slide 30 - Quiz

2/9 + 5/9 =
A
7 / 18
B
10 / 18
C
7 / 18
D
7/9

Slide 31 - Quiz

Hoeveel helen kun je halen uit
de breuk 18/3?
A
6
B
18
C
3
D
geen een

Slide 32 - Quiz