week 3




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 3

timer
1:30
Klaar?
- lezen
- puzzel 1/212/14/20/26
Je legt klaar:
- iPad 
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst 
bij een groepsgenoot!
Spelling §10: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Spelling §11: 1, 2, 3, 5, 6
Zakelijke e-mail (schrijfschrift)
Vandaag:
- uitleg Engelse werkwoorden
- Grammatica §9: 1, 2
- Spelling §11: 1, 2
- zelfstandig werken


Aan het einde van deze week kan jij:
- een zakelijke e-mail schrijven
- Engelse werkwoorden spellen
- enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen
- persoonsvormen in een samengestelde zin spellen

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 3

timer
1:30
Klaar?
- lezen
- puzzel 1/212/14/20/26
Je legt klaar:
- iPad 
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst 
bij een groepsgenoot!
Spelling §10: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Spelling §11: 1, 2, 3, 5, 6
Zakelijke e-mail (schrijfschrift)
Vandaag:
- uitleg Engelse werkwoorden
- Grammatica §9: 1, 2
- Spelling §11: 1, 2
- zelfstandig werken


Aan het einde van deze week kan jij:
- een zakelijke e-mail schrijven
- Engelse werkwoorden spellen
- enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen
- persoonsvormen in een samengestelde zin spellen

Slide 1 - Diapositive

Sanne Ilsa Sem Twan Koen Robin Kübra 
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik-vorm = hele werkwoord (infinitief) - en
soms moet je een letter toevoegen, weglaten of veranderen
ik
ik-vorm
speel
word
zit
jij
ik-vorm + t
speelt
wordt
zit
hij/zij/het
ik-vorm + t
speelt
wordt
zit
wij/jullie
hele werkwoord
spelen
worden
zitten
....... jij?
ik-vorm
speel
word
zit

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bepaal je of je -te(n) of -de(n) moet gebruiken in de persoonsvorm verleden tijd?

Slide 3 - Diapositive

1F
Sterke werkwoorden
Veranderen als je ze in de verleden tijd zet:

lopen - liepen; roepen - riepen

Slide 4 - Diapositive

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
Zwakke werkwoorden; pvvt (1)
De meeste werkwoorden zijn zwak. Deze veranderen niet van klank in de verleden tijd.

Om de persoonsvorm in de verleden tijd te zetten, moet je -de(n) of -te(n) toevoegen. Dan maak je dus de pvvt.

Enkelvoud: ik-vorm tt + de of te: beweerde, landde, danste, berichtte.
Meervoud: ik-vorm tt + den of ten: beweerden, landden, dansten, berichtten.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke werkwoorden; pvvt (2)
Om te bepalen of er de(n) of te(n) achter de ik-vorm komt, gebruik je als ezelsbruggetje ’t (e) x – f (o) k s ch (aa) p. In dat woord zitten de medeklinkers t, x, f, k, s, ch en p. Haal van de infinitief (het hele werkwoord) en af en kijk naar de laatste letter. Als dat een van deze zeven medeklinkers is, gebruik je te(n). In alle andere gevallen gebruik je de(n):
– blaffen → de hond blafte; kuchen → zij kuchten;
– antwoorden → de leerling antwoordde; bloeien → de plant bloeide; geloven → hij geloofde het niet; peinzen → wij peinsden lang over de lastige vraag.

.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

... (beantwoorden, pvtt) jij ook wel eens een vraag fout?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De struikrovers ... (roven, pvvt) al onze bezittingen.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ... (geloven, pvtt) nooit waar de toets over gaat.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De storm ... (razen, pvvt) gisteren over het land.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

... (raad, pvtt) je mij een mooie vakantie aan?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wij ... (koken, pvvt) vroeger heel veel.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De wind ... (blazen, pvvt) alle bladeren weg.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maar hoe zit dit nou met Engelse werkwoorden?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hetzelfde!
pvtt: ik-vorm; ik-vorm+t; infinitief (ik mix; hij mixt; wij mixen)
pvvt: 't ex-fokschaap (ik mixte; wij mixten)

!! Maar soms niet -en, maar alleen -n: racen - race !!
- Dus: hij racet, en niet hij ract; en dus ik time en niet ik tim.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ilsa ... (streamen, pvtt, ev) alleen maar romcoms.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Robin ... (timen, pvvt) de tijd.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mex ... (racen, pvvt) over het parcours.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lisanne ... (hebben, pvtt) het stagecontract ... (scannen, vd).

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jesper ... (flossen, pvtt) altijd zijn tanden.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ivar en Sem ... (paintballen, pvtt) graag op zondag,

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De hele klas ... (hebben, pvvt) de nieuwe profielfoto ... (liken, vd).

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wat voor bedrijf heb
jij stage gelopen?

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Door mijn stage weet ik nu dat ik in zo'n bedrijf/sector zou willen werken later.
Ja, dat wilde ik al en na de stage nog steeds
Ja, dat wist ik eerst niet zeker maar nu wel
Nee, eerst wel maar na de stage niet meer
Misschien wel, ik weet het nog niet

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoudsopgave stageverslag

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud stageverslag

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling stageverslag
- hoofdletters en interpunctie!
- samenstellingen uit zelfstandige naamwoorden schrijf je aan elkaar: 
stage verslag -> stageverslag; auto bedrijf -> autobedrijf

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions