licht en beelden quiz

Een lichtstraal valt op een bak water. Gaat de lichtstraal door punt A, B of C?
A
A
B
B
C
C
D
Niet door A, B of C
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een lichtstraal valt op een bak water. Gaat de lichtstraal door punt A, B of C?
A
A
B
B
C
C
D
Niet door A, B of C

Slide 1 - Quiz

Holle lens
Bolle lens

Slide 2 - Question de remorquage

b
v
f
F
B
V

Slide 3 - Question de remorquage

Een lichtstraal valt op een glazen prisma.
Hoe beweegt de lichtstraal daarna verder: volgens A, B, C of D?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Een lichtstraal gaat vanuit glas naar lucht.
Hoe beweegt de lichtstraal daarna verder: volgens A, B, C of D?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

normaal
lucht
invalshoek
brekingshoek
glas

Slide 8 - Question de remorquage

Een lichtstraal gaat door een glazen prisma. Welke afbeelding is goed?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive


A
De bolle lenzen zijn 1, 2 en 4
B
De bolle lenzen zijn 3, 5 en 6
C
De bolle lenzen zijn 1 en 4
D
De bolle lenzen zijn 2, 3, 5 en 6

Slide 11 - Quiz


A
Afbeelding A en C klopt.
B
Afbeelding A en D klopt.
C
Afbeelding B en C klopt.
D
Afbeelding B en D klopt.

Slide 12 - Quiz

Waar is het spiegelbeeld?
A
Onder het water
B
Op het water
C
Boven het water

Slide 13 - Quiz

Waar is het spiegelbeeld?
A
Voor de spiegel
B
Op de spiegel
C
Achter de spiegel

Slide 14 - Quiz

Zet de woorden op de juiste plaats
Hoek van inval
Spiegel
Hoek van terugkaatsing
Inkomende lichtstraal
De normaal
Teruggekaatste lichstraal

Slide 15 - Question de remorquage


A
1 = normaal 2 = hoek van inval 3 = hoek van terugkaatsing
B
1 = hoek van terugkaatsing 2 = hoek van inval 3 = normaal
C
1 = hoek van inval 2 = normaal 3 = hoek van terugkaatsing
D
1 = hoek van terugkaatsing 2 = normaal 3 = hoek van inval

Slide 16 - Quiz

Als hoek A 40 graden is, hoe groot is hoek B dan?
A
60 graden
B
20 graden
C
40 graden
D
80 graden

Slide 17 - Quiz

iris
netvlies
lens
blinde vlek
pupil
oogzenuw

Slide 18 - Question de remorquage

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 19 - Quiz

Als je een leesbril nodig hebt, dan zijn de lenzen
A
negatief
B
positief
C
negatief en positief

Slide 20 - Quiz

Het gekleurde deel in je oog heet
A
iris
B
oogwit
C
pupil
D
netvlies

Slide 21 - Quiz

Hiernaast zie je het oog van iemand die
A
bijziend is.
B
verziend is.
C
blind is.
D
oudziend is.

Slide 22 - Quiz

Een brillenglas heeft een brandpuntsafstand van 40 cm.
De bril heeft een sterkte van
A
40 dpt
B
0,4 dpt
C
0,025 dpt
D
2,5 dpt

Slide 23 - Quiz