Les 2 Vertekening

Lensfouten 6)Vertekening
• Vertekening is het krom afbeelden van rechte lijnen. 
a) vertekening door sferische glazen
b)Vertekening door prisma 
c) Vertekening door cilindercorrecties
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
OBMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lensfouten 6)Vertekening
• Vertekening is het krom afbeelden van rechte lijnen. 
a) vertekening door sferische glazen
b)Vertekening door prisma 
c) Vertekening door cilindercorrecties

Slide 1 - Diapositive

Vertekening door sferische glazen







Minglazen – het beeld verspringt naar de top v.h. prisma (bij de hoeken het meest). Het vierkant wordt verkleind en afgerond waargenomen.
Plus glazen -andersom

Slide 2 - Diapositive

Vertekening door sferische glazen
Heeft voor de brillenglazen geen betekenis.
Treedt op bij sterke lenzen die voorafgegaan of gevolgd worden door een diafragma. Vertekening ontstaat alleen wanneer bij een lens het diafragma op enige afstand van de lens staat
Soms hinder bij multifocale glazen.

Slide 3 - Diapositive

Bij een oog met een correctie bevindt de pupil (diafragma) zich achter de lens en dan geeft een negatieve lens een tonvormige verrekening. 

Slide 4 - Diapositive

• Diafragma achter een positieve lens geeft kussenvormige vertekening.
• Diafragma achter een negatieve lens geeft een tonvormig vertekening.
• Diafragma voor een negatieve lens geeft een kussenvormig vertekening.
• Diafragma voor een positieve lens geeft tonvormige vertekening.

Slide 5 - Diapositive

werkelijk ruimte 


Bij een grotere
of kleinere hoornvliesafstand 
zal deze effecten toenemen 
of afnemen. 

Slide 6 - Diapositive

b)Vertekening door prisma 
Een prisma veroorzaakt een beeldsprong naar de top en een vertekening van het beeld.

In het getekende voorbeeld wordt uitgegaan van een vlak prisma. Bij een vlak prisma is de voor- en achterzijde van het prisma plan. 

Slide 7 - Diapositive

Hoe zie een klant een vierkant door een prisma glas?

Bijvoorbeeld
 OD prisma basis 270
Tekenen volgens TABO schema
= het bekertje (rechte lijn) staat op de 
basis van de prisma





Slide 8 - Diapositive


Correctie prisma’s worden uitgevoerd met een convexe
 buitenkant F1 en een concave binnenkant F2.

De convexe(positieve) buitenkant is heel belangrijk – minder deviatieverschillen en minder vertekeningen.
Een prismatisch brillenglas met een negatieve voorcurve 
geeft veel vertekening. Dit komt door de erg ongunstige
 stand van de bissectrice.













Slide 9 - Diapositive

Als de voor en achter curve van een glas plano zijn dan is de vertekening 1,5% per prdpt.(bijvoorbeeld proefglazen met prisma’s)
Een prismatische brillenglas met een positieve voorcurve geeft minder vertekening. Bij een voorcurve van +8,0 is de vertekening 0%.

Slide 10 - Diapositive

Samenvatting
Een prisma geeft naast een beeldsprong ook een vertekening van het beeld.
 De vertekening is afhankelijk van:
  • de sterkte van het prisma.
  • de curve van de voorzijde.
  • de inclinatiehoek.
  • de h.a.
• Correctieprisma’s hebben een convexe voorzijde en een concave achterzijde.

Slide 11 - Diapositive

c) Vertekening door cilindercorrecties 
Als je naar een rechte lijn kijkt






Schijnbare verdraaiing van de rechte lijn van de “+” as af.
Bij de “– “ as is het glas aan de rand dikker - het beeld verspringt naar het centrum. De rechte lijn verdraait naar de “–“ as toe.

Slide 12 - Diapositive

Bij de -as is het glas aan de rand dikker. Het beeld zal verspringen naar het centrum,want daar bevindt zich de top van het prisma. De rechte lijn verdraait dan naar de -as toe.
Bij de + as is het glas in het midden dikker. Het beeld zal verspringen naar de rand,want daar bevindt zich de top van het prisma. De rechte lijn verdraait dan van de + as af.

Slide 13 - Diapositive

Alles wordt aan de voorzijde van de correctie bekeken, dus volgens TABO.

Slide 14 - Diapositive

De schijnbare verdraaiing kan je berekenen
Niet meer nodig, zit niet in P3_k2



Β= verdraaiing in graden
a= ha + 1,5 mm = in meters
C= cilindersterkte zonder teken
α= hoek die de cilinder as maakt met de rechte lijn.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 32 werkboek 
Je hebt de volgende cilindercorrectie in je handen: S plan = C – 4,0 as 34°.
Hoeveel graden draait een verticale lijn (90°)? De h.a. is 14,5 mm.
Welke gegevens heb ik nodig? 
α= hoek die de cilinder as maakt met de rechte lijn. 
 α =  90-34= 56°
C = 4,0
a = ha + 1,5 mm = 14,5 + 1,5 = 16 mm = 0,016 m.

Slide 16 - Diapositive

tan β = (a x C)/2 sin 2α
tan β = ((0,016x 4)/2 ) x sin (2x 56) 
tan β = (0,064/2) x sin (2x 56)
tan β = 0,032 x  sin (2x 56)
tan β = 0,032 x (sin 112)
tan β = 0,032 x 0,927
tan β = 0,02967
β ≈ 1,7°
INV/SHIFT TAN   0,02967 op je rekenmachine in toetsen.

Slide 17 - Diapositive

b. Welke richting heeft de gedraaide lijn?
90 – 1,7 = 88,3°
C – 4,0 as 34° 
De rechte lijn verdraait naar 
de “–“ as toe.

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 33 werkboek 
Zelf maken 
Je hebt hetzelfde glas in je handen (S plan = C –4,0 as 34° ) als in de vorige opdracht, maar nu is de h.a. 50 cm.
a) Hoeveel graden draait de verticale lijn?
b) Welke richting heeft de gedraaide lijn?

Slide 19 - Diapositive

Vraag a=?
Vraag b=?

Slide 20 - Question ouverte


 α = 56°       C = 4,0
a = ha + 1,5 mm = 500 + 1,5 =
501,5 mm = 0,5015 m.
tan β = (a * C)/2 sin 2α
tan β = (0,5015* 4)/2 sin 2* 56
tan β = (2,006/2)   sin 2* 56
tan β = 1,003 * sin 2* 56
tan β = 1,003 * sin 112
tan β = 1,003 * 0,927
tan β = 0,92997
β ≈ 42,92°


b) De rechte lijn verdraait naar
de “–“ as toe.
90 – 42,92 = 47,08°

Slide 21 - Diapositive

Conclusie 
c. Wanneer de h.a. groter wordt, wordt de verdraaiing van de lijn ook meer. Dus hoe kleiner de h.a., des te minder verdraaiing is er aanwezig. Wanneer een klant last heeft van het zien van scheve lijnen, check dan de h.a. 

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk 
opdracht  34 

Slide 23 - Diapositive