Correctie prisma’s worden uitgevoerd met een convexe
buitenkant F1 en een concave binnenkant F2.
De convexe(positieve) buitenkant is heel belangrijk – minder deviatieverschillen en minder vertekeningen.
Een prismatisch brillenglas met een negatieve voorcurve
geeft veel vertekening. Dit komt door de erg ongunstige
stand van de bissectrice.