Taalgereedschap C. Week 3 les 2

Taalgereedschap C
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taalgereedschap C

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Dicteewoorden checken
  • Herhaling werkwoorden in samengestelde zinnen
  • Uitleg 'spelling persoonsvorm' in samengestelde zinnen
  • Oefening 'Nieuw Nederlands'
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Woord 1

Slide 3 - Question ouverte

Woord 2

Slide 4 - Question ouverte

Woord 3

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een zelfstandig werkwoord (zww) en een koppelwerkwoord (kww)?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een hulpwerkwoord (hww)?

Slide 8 - Question ouverte

hww, kww, zww
  • Een zin heeft altijd een KWW óf een ZWW
  • KWW hoort bij het naamwoordelijk gezegd
  • KWW: zijn/worden/blijken/schijnen...etc
  • ZWW hoort bij het werkwoordelijk gezegde
  • HWW (vaak hebben of zijn...) 
  • ... als er 2 werkwoorden in de zin staan, is de PV altijd het HWW

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?

Slide 11 - Question ouverte

Persoonsvorm in samengestelde zinnen
  • Persoonsvorm (PV) is het werkwoord dat zich aanpast aan het OW
  • Hoe vind je de PV?
  • De zin van tijd veranderen -> alle werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvorm
  • Spelling van de PV?
  • Zoals je gewend bent 
    - ik: t.t. 'ik-vorm'
    - jij: t.t. ik-vorm + t 
    - jij erachter: t.t. ik-vorm
    - hij/zij/het: t.t. ik-vorm + t

Slide 12 - Diapositive

Persoonsvorm in samengestelde zinnen
  • Persoonsvorm (PV) is het werkwoord dat zich aanpast aan het OW
  • Hoe vind je de PV?
  • De zin van tijd veranderen -> alle werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvorm
  • Spelling van de PV?
  • Zoals je gewend bent 
    - ik: t.t. 'ik-vorm'
    - jij: t.t. ik-vorm + t 
    - jij erachter: t.t. ik-vorm
    - hij/zij/het: t.t. ik-vorm + t
verleden tijd:
- enkelvoud: regels van 't ex-kofschip
- meervoud: regels van 't ex-kofschip +n

of een sterkwerkwoord

Slide 13 - Diapositive

Oefening Nieuw Nederlands

Slide 14 - Diapositive