1 Wat een talent - Spreken, kijken, luisteren 1.6

Nederlands

Nederlands
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat was het leukste dit weekend?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

Wil je nog iets kwijt voor we met de les kunnen beginnen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat heb jij nodig...
... om goed te kunnen leren in de klas?
... om goed te kunnen werken in de klas?
... om je fijn te voelen in de klas?

Slide 6 - Diapositive

Spreken, kijken, luisteren
Ik leer hoe ik een dialoog voer.
Ik leer tips voor een goed gesprek.

Slide 7 - Diapositive

Wat is Wesley aan het
doen denk je?

Slide 8 - Carte mentale

Waardoor raak jij
soms afgeleid?

Slide 9 - Carte mentale

Vraag 2
Luister naar het fragment

Beantwoord vraag 2

Slide 10 - Diapositive

Vraag 3

Slide 11 - Diapositive

Regels
1. Laat iemand uitpraten.
2. Luister en stel vragen over wat hij/zij vertelt.
3. Laat je niet afleiden.
4. Houding: kijk iemand aan, rechtop zitten.

Slide 12 - Diapositive

Vraag 3a
Jij vertelt je vriend over een leuk filmpje.
Hij praat er steeds doorheen.
Hij geeft steeds zijn mening over het filmpje. 

Waarom is dit vervelend?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Carte mentale

Vraag 3b
Je leraar legt iets uit. 
Een klasgenoot zit op zijn telefoon.
Hij hangt onderuitgezakt.

Wat denkt jouw leraar?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Carte mentale

Vraag 3c
1. Laat iemand uitpraten.
2. Luister en stel vragen over wat hij/zij vertelt.
3. Laat je niet afleiden.
4. Houding: kijk iemand aan, rechtop zitten.

Aan welke regels heb jij je net goed gehouden? Leg uit!

Slide 17 - Diapositive

Vraag 4a
Luister naar het gesprek tussen Nadia en David.

David vertelt over zijn rol in de slotmusical.
Blijft hij bij het onderwerp van het gesprek?
Wat vind jij? Leg uit!

Slide 18 - Diapositive

Vraag 4b
David laat Nadia aan het einde van het gesprek niet uitpraten.
Wat denk je dat daar de reden voor is?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Vraag 5a
Je hebt een nieuwe spijkerbroek nodig.
Je gaat een kledingwinkel binnen.

Hoe zou jij het gesprek met de verkoopster beginnen?

Slide 21 - Diapositive

Hoe begin jij het gesprek met de verkoopster?

Slide 22 - Question ouverte

Vraag 5b
De verkoopster breng je verschillende broeken.
Je past de broeken, maar ze zitten allemaal niet lekker.
Je wilt naar een andere winkel.

Hoe sluit je het gesprek met de verkoopster af?

Slide 23 - Diapositive

Hoe sluit je het gesprek met de verkoopster af?

Slide 24 - Question ouverte

Vraag 5c
Jouw nieuwe broek mag maximaal 45 euro kosten.
De verkopen begroet je en vraagt waar hij mee kan helpen.

Wat zeg jij?

Slide 25 - Diapositive

Wat zeg jij?

Slide 26 - Question ouverte

Vraag 6a

Geeft Wesley een antwoord op de vraag van zijn moeder?

Waarom wel of niet? Leg uit!

Slide 27 - Diapositive

Vraag 6b
Moeder moet met tante Vera naar het ziekenhuis.
Wesley vindt zijn tante heel aardig.

Wat had Wesley  beter kunnen zeggen in plaats van 
'O ja, moet dat?'

Slide 28 - Diapositive

Nakijken

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Wat is de betekenis van
het idool

Slide 32 - Question ouverte

Welk woord hoort bij
Wat veel mensen leuk of aantrekkelijk vinden

Slide 33 - Question ouverte

Wat is de betekenis van
een kans bieden

Slide 34 - Question ouverte

Welk woord hoort bij
apart, verrassend

Slide 35 - Question ouverte

Wat is de betekenis van
gemotiveerd zijn

Slide 36 - Question ouverte

Welk woord hoort bij
zeker van jezelf

Slide 37 - Question ouverte

Wat is de betekenis van
beoordelen

Slide 38 - Question ouverte

Welk woord hoort bij
plotseling herinneren

Slide 39 - Question ouverte

Wat is de betekenis van
energie steken in

Slide 40 - Question ouverte

Welk woord hoort bij
accepteren dat het zo is

Slide 41 - Question ouverte

Wat is de betekenis van
aan de slag gaan

Slide 42 - Question ouverte

Welk woord hoort bij
talentvol, met goede kansen

Slide 43 - Question ouverte

Welke woorden heb
jij geleerd?

Slide 44 - Carte mentale