Woordenschat 1.1 t/m 1.4

Woordenschat 1.1 t/m 1.4
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat 1.1 t/m 1.4

Slide 1 - Diapositive

Planning 
Herhalen / korte uitleg 1.1 t/m 1.4


Slide 2 - Diapositive

1.1 Betekenis afleiden uit de tekst
synoniem
Lees de hele alinea 
Zoek voorbeelden
tegenstelling 
Kijk naar een afbeelding

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

1.1 Betekenis afleiden uit de tekst
Kijk naar de woorden die je wel kent?
recordaantal

Staat in het woord een voor- of achtervoegsel dat je kent?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Nu Suze vijf jaar in Spanje woont, spreekt ze eindelijk /accentloos\ Spaans
A
met een accent
B
zonder accent

Slide 11 - Quiz

De snelle temperatuurwisselingen van de afgelopen maanden zijn /ongunstig\ voor de mens en de natuur.
A
Niet goed
B
heel goed

Slide 12 - Quiz

Bedenk twee woorden met het woord ‘koffie’ erin.

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

1.4 figuurlijk taalgebruik

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hoeveel werkervaring heb je als je ‘een blauwe maandag’ in een restaurant hebt gewerkt?

Slide 20 - Question ouverte

‘een oogje in het zeil wilt houden’.

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent
in de aap gelogeerd

Slide 22 - Question ouverte