VAI Les 6 Ontwikkelingspsychologie en gedrag

VAI Les 7 Ontwikkelingspsychologie en gedrag
VAI
Ontwikkelingspsychologie en gedrag


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

VAI Les 7 Ontwikkelingspsychologie en gedrag
VAI
Ontwikkelingspsychologie en gedrag


Slide 1 - Diapositive

Wat is ontwikkelingspsychologie?

Samengesteld uit 2 woorden: ontwikkelen & psychologie
  • Ontwikkelen: Groeien, talenten leren kennen en gebruiken en vaardigheden aanleren
  • Psychologie: wetenschappelijke studie van gedrag en manier van denken van mensen


Slide 2 - Diapositive

In ontwikkelingspsychologie wordt er gekeken naar drie gebieden waarop mensen zich kunnen ontwikkelen:

  • Groeien: Lichamelijke groei
  • Leren: verwerven van theoretische, praktische en sociale kennis en vaardigheden
  • Rijping: ergens 'aan toe zijn' om wel of niet iets te leren.

Slide 3 - Diapositive

In ontwikkeling van mensen kun je drie gebieden onderscheiden:

  • De fysieke en motorische ontwikkeling
  • De cognitieve ontwikkeling
  • De psychosociale ontwikkeling

Slide 4 - Diapositive

De fysieke en motorische ontwikkeling

  • Fysieke groei: vooral in de eerste 4 levensjaren
-Groei hangt af van aanleg en omgeving

  • Motorische ontwikkeling, onderscheid tussen:
-Grove motoriek(lichaamscoordinatie, balans, bewegen)
-Fijne motoriek: functioneren van de handen

Slide 5 - Diapositive

De cognitieve ontwikkeling:

Bij cognitieve ontwikkeling gaat het om:
  • Het denken en intelligentie
  • De creativiteit
  • Waarnemen van je omgeving
  • Fantasie

Slide 6 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling: Hoe verwerven kinderen kennis en inzicht?

Het sensori-motorisch stadium: 0-2jaar: De zintuigen staan centraal

Het pre-operationele stadium: 2-7jaar: Kind denkt egocentrisch middelpunt van de wereld.

Het concreet-operationele stadium: 7-11jaar: Kind gaat systematisch/ logisch denken.

Formeel-operationele stadium: vanaf 12j: Kind leert abstract denken en redeneren (nadenken en standpunt bepalen)

Slide 7 - Diapositive

De psychologische ontwikkeling:

=Hoe gaat een kind om met andere mensen?

Bij ontwikkeling van sociale interactie speelt imitatie een grote rol. bv moedertje en vadertje spelen: 
          Kinderen leren beter communiceren met elkaar en kunnen beeld van de werkelijkheid checken

Slide 8 - Diapositive

Ontwikkelingsfasen:
Deens-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson zag ontwikkeling als een levenslang proces.





In dit proces zijn 8 verschillende fasen
 te onderscheiden:


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Risicofactoren en beschermende factoren
=invloed op ontwikkeling kind of volwassenen

  • Risicofactoren: gedragingen, omstandigheden of kenmerken die de kans dat de ontwikkeling verstoord raakt vergroten
  • Beschermende factoren: kunnen bescherming bieden tegen negatieve invloeden van een situatie, persoon, omstandigheden op de ontwikkeling kind/volwassene

Slide 11 - Diapositive

Risicofactoren en beschermende factoren:
Niveau van het kind:

Slide 12 - Diapositive

Risicofactoren en beschermende factoren: Niveau van gezin:

Slide 13 - Diapositive

Risicofactoren en beschermende factoren: 
Niveau van omgeving




Slide 14 - Diapositive

Persoonlijkheid en gedrag

Wat is persoonlijkheid?
=Waarop iemand denkt, voelt handelt omgaat met zichzelf en de wereld



Slide 15 - Diapositive

Basis van persoonlijkheid: Karakter en temperament

  • Karakter: Aangeboren eigenschappen, moeilijk te   veranderen!
     Jijzelf en omgeving kunnen je karakter beinvloeden maar ze       blijven in meer of mindere 
     mate wel aanwezig. bv. koppigheid


  • Temperament: Wijze waarop je op situaties reageert. Dit temperament zie je bij baby's direct na de geboorte al

Slide 16 - Diapositive

Hoe zou jij je eigen temparement omschrijven?

Slide 17 - Question ouverte

Ontwikkeling van persoonlijkheid

Verschillende factoren spelen een rol: 
Je aanleg, opvoeding, gezin van herkomst, sociale omgeving.

Volgende karaktertrekken blijken aangeboren te zijn:
-Sociale vaardigheden
-Agressiviteit
-Extraversie
-Openstaan nieuwe ervaringen
-Emotionele stabiliteit
-Zorgvuldigheid

Slide 18 - Diapositive

Persoonlijkheid wordt bepaald door aanleg, omstandigheden maar ook zelfbepaling!

= Door zelfbepaling kun je zijn wie je wilt zijn, mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling!

Slide 19 - Diapositive

Wat of wie heeft in jouw leven een grote invloed gehad op de ontwikkeling van je persoonlijkheid?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is Gedrag?

=Alles wat je bewust of onbewust, waarneembaar doet en laat. Je gedrag kun je niet aan of uit zetten. Het is er altijd!
  • Bewust gedrag: Eerst denken dan doen
  • Onbewust gedrag: Volgt vanuit reflex of 'spontane' actie

Slide 21 - Diapositive

Hoe interpreteer/beoordeel je iemands gedrag?
  • Eerste indruk: is gebaseerd op een eerste indruk zonder de context te weten. 
  • Generaliseren: Een of enkele waarnemingen algemener maakt. Op basis van een enkele waarneming doe je een algemene uitspraak. 
  • Hokjesdenken/Stereotyperen: oordelen op basis van kant en klare oordelen. bv ambtenaren zijn liever lui dan moe.
  • Vooroordelen: Nog voordat je een ander kent heb je je oordeel klaar.
  • Waarnemen, observeren en objectiveren (=jouw observaties toetsen).

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk:

Module 5: Gezondheid en gedragsverandering (p 187 to 216) zelf lezen en bestuderen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive