Hoofdstuk 6. De wettenbundel

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
RechtMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denken jullie aan bij het begrip privaatrecht?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

En bij Publiekrecht?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat behoort tot het privaatrecht?
A
Strafrecht
B
Staatsrecht
C
Bestuursrecht
D
Ondernemingsrecht

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van privaatrecht?
A
Een verkeersboete
B
Een paspoort aanvragen
C
Een belastingaangifte
D
Een huurcontract tussen verhuurder en huurder

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat valt altijd onder het privaatrecht?
A
kopen van bedrijfspanden
B
huren van auto's
C
verrichten van arbeid
D
vergunningen verlenen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt niet onder privaatrecht?
A
Erfrecht
B
Familie- en personenrecht
C
Strafrecht
D
Rechtspersonenrecht

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van publiekrecht?
A
Contractuele geschillen
B
Erfrechtzaken
C
Strafrecht
D
Bestuursrechtelijke geschillen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is publiekrecht
A
regels tussen personen en de overheid
B
Regels tussen personen en bedrijven
C
Regels tussen organisaties en de overheid
D
Vrijheid van meningsuiting

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Definieer publiekrecht
A
Regelt de inrichting van de staat en staatsorganen en de verhouding tussen overheid en burgers.
B
Recht dat uitsluitend in het openbaar wordt gesproken.
C
Rechtsvorm waarbij het publiek beslissingsbevoegdheid hebben.
D
***

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pim heeft op stap een andere jongen geslagen. Gaat dit over materieel recht of formeel recht?
A
materieel
B
formeel

Slide 20 - Quiz

art. 300 Sr
Pim wordt hiervoor door de politie aangehouden. Gaat dit over materieel recht of formeel recht?
A
materieel
B
formeel

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pim wordt gedagvaard voor de politierechter voor mishandeling. Gaat dit over materieel recht of formeel recht?
A
materieel
B
formeel

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pim wil weten wat de maximale gevangenisstraf is voor mishandeling. Gaat dit over materieel recht of formeel recht?
A
materieel
B
formeel

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat het hier om materieel of formeel recht?
De behandeling achter gesloten deuren van een ondertoezichtstelling van een minderjarige.
A
Materieel procesrecht
B
Formeel procesrecht
C
geen van beide

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Art. 7:656 BW: "De werkgever is verplicht bij het einde van de arbeidsovereenkomst de werknemer op diens verzoek een getuigschrift uit te reiken"
Is hier sprake van regelend of dwingend recht?
A
regelend
B
dwingend

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

art. 7: 17 BW: "De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden".
Is hier sprake van regelend of dwingend recht?
A
regelend
B
dwingend

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ARt. 7:379 BW: "Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de prijs, kan de verpachter de Grondkamer verzoeken de marktwaarde van het verpachte of het te vervreemden deel daarvan te taxeren."
Is hier sprake van regelend of dwingend recht?
A
regelend
B
dwingend

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag 13: In het burgerlijk Wetboek staan regels van dwingend recht. Mogen werkgever en werknemer hiervan afwijken?
A
meestal niet
B
meestal wel
C
ja
D
nee

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanvullend recht is een andere benaming voor..
A
Dwingend recht
B
Regelend recht

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions