Les 16 februari 2P

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Deze les:

• herhaling theorie H4
• zelfstandig werken
• les afronden

Wat is een feit?

Wat is een mening?

Wat is een argument?

Is de zin hieronder een feit of een mening?

"Graffiti maak je door met spuitbussen kunstwerken op openbare plekken te maken."

1. feit
2. mening

Vraag is afkomstig van Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-kgt, H4 Lezen, opdracht 1.

Is de zin hieronder een feit of een mening?

"Je ziet graffiti vaak op muren van gebouwen in grote steden."

1. feit
2. mening

Vraag is afkomstig van Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-kgt, H4 Lezen, opdracht 1.

Is de zin hieronder een feit of een mening?

"Ik vind dat graffiti echt bij een stad hoort."

1. feit
2. mening

Vraag is afkomstig van Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-kgt, H4 Lezen, opdracht 1.

Voorvoegsels

Achtervoegsels

"Door het achtervoegsel kan de betekenis van het woord veranderen."

1. waar
2. niet waar

Wat geeft het meewerkend voorwerp aan?

Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?

Wat is het meewerkend voorwerp van de onderstaande zin?
"Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven."

"Met wie verwijst naar een persoon."

1. waar
2. niet waar

"Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord (het-woord) in het enkelvoud verwijs je met dat."

1. waar
2. niet waar

"De directeur was trots op zijn automuseum, dat/die veel bezoekers trok."

1. dat
2. die

Vraag uit Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-t/havo, Taalverzorging 2 - formuleren, opdracht 2.

"Natasja besteld/bestelt nieuwe fietsonderdelen online."

1. besteld
2. bestelt

Vraag uit Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-t/havo, Taalverzorging 3 - spelling, opdracht 3.

"Kylian heeft de brief in het Engels vertaald/vertaalt."

1. vertaald
2. vertaalt

Vraag uit Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-t/havo, Taalverzorging 3 - spelling, opdracht 3.

Wat kun je verwachten?

Vragen over de leerstof van de paragraaf Lezen, Woordenschat, Taalverzorging 1 , Taalverzorging 2 en Taalverzorging 3.

Zelfstandig werken

Wat? --> oefen voor de toets (maak de 'Extra opdrachten' / de opdrachten van 'Trainen' / de oefentoets)

Hoe? --> zelfstandig
Hulp? --> docente vragen
Tijd? --> tot 11.30 uur

Les afronden

Leer de theorie van de paragraaf Lezen, WS, TV1, TV2 en TV3. 

Oefen ook met deze paragrafen.