Formuleren les 1 - §2 Samentrekking controleren

 §3 Samentrekking controleren en verbeteren.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 §3 Samentrekking controleren en verbeteren.

Slide 1 - Diapositive

 Formuleren
  • §2 - Samentrekking controleren
  • Je leert foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren

Slide 2 - Diapositive

Wat is een samentrekking?
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten: 

De oude meubels waren aan straat gezet, maar (-) werden niet door de vuilophaaldienst meegenomen.

Op de plaats van het streepje is de oude meubels weggelaten. 

Slide 3 - Diapositive

LET OP!

Drie voorwaarden:

De weggelaten woorden hebben dezelfde:
- Getal (enkelvoud / meervoud)
- Grammaticale functie (zinsdeel / woordsoort)
- Betekenis

Slide 4 - Diapositive

Zo controleer je een samentrekking

1. Noteer de woorden die zijn weggelaten.
2. Bepaal het getal, de grammaticale functie en de betekenis 
   van de woorden in de beide zinsdelen.
3. Zijn ze hetzelfde? Dan is de samentrekking correct.

Niet hetzelfde? Dan is het een foutieve samentrekking.

In dat geval verbeter je de samentrekking door de weggelaten woorden alsnog in de zin op te nemen.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld

Zij eet eerst een banaan en daarna een appel.

1. Welke woorden zijn weggelaten? 
Zij eet 
2. Wat is het getal in beide zinsdelen?
zij eet = enkelvoud / zij eet = enkelvoud
3. Wat is de functie in beide zinsdelen?
1) zij - ow, eet = wg               2) zij = ow, eet = wg
4. Wat is de betekenis in beide zinsdelen?
'zij eet' heeft in beide zinnen dezelfde betekenis

Slide 6 - Diapositive

Zo verbeter je een samentrekking

Als de grammaticale functie, de betekenis of het getal niet hetzelfde is, is er sprake van een foutieve samentrekking. 
Die verbeter je als volgt: plaats de weggelaten woorden (of passende verwijswoorden) alsnog in het tweede deel van de zin.

Voorbeeld:
Mijn nieuwe schoenen zijn duur en daarom deels door mijn vader betaald.
Weggelaten: mijn nieuwe schoenen; zijn

Mijn nieuwe schoenen is in beide zinsgedeeltes het ow en mag daarom worden weggelaten.
zijn = in het eerste deel kww en in het tweede deel hww
Daarom is deze samentrekking foutief --> verbetering:
Mijn nieuwe schoenen zijn duur en zijn daarom deels door mijn ouders betaald.

Slide 7 - Diapositive

In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
A
De samentrekking is goed.
B
Foutieve samentrekking

Slide 8 - Quiz

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 9 - Quiz

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 10 - Quiz

Mijn neven en nichten krijgen wel tien cadeautjes met kerst, maar ik slechts eentje.























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 11 - Quiz

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 12 - Quiz

Zij wordt lerares en in Utrecht opgeleid.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!

Cursus 6 Formuleren
In je schrift:
Opdracht 1, 
2 en 3 - a t/m c.

Digitaal (planning NN) 5B.

Dit is huiswerk voor woensdag.

Slide 14 - Diapositive