Thematische uitdrukkingen (klas 2, les 1, week 47)
Welkom terug!
Klas 2, les 1, week 47
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom terug!
Klas 2, les 1, week 47
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van de les...
- Weet ik wat een thematische uitdrukking is en hoe ik deze kan toepassen
- Taal: Thematische uitdrukkingen
- Uitleg
- Oefenen in lessonup
- Oefenen (poster)
- Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
CURSUS 4: Taal
paragraaf 1
TAAL
Thematische uitdrukkingen
Slide 3 - Diapositive
Je weet wat thematische uitdrukkingen zijn en waarom we die gebruiken.
Lesdoelen
Slide 4 - Diapositive
Thematische uitdrukkingen
Uitdrukkingen zijn unieke combinaties van woorden om uit te leggen wat je bedoelt.
Veel van deze uitdrukkingen zijn thematisch. Denk bijvoorbeeld aan het weer, dieren of het menselijk lichaam.
Na regen komt zonneschijn.
Blaffende honden bijten niet.
Een oogje op iemand hebben.
Slide 5 - Diapositive
= taal waarmee je precies bedoelt wat er staat.
- Marlou praat graag met haar klasgenoten.
- Ensar en Kevin zijn net jarig geweest.
Letterlijk taalgebruik
Slide 6 - Diapositive
= taal waarmee je iets anders bedoelt dan wat er staat. Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes zijn figuurlijk taalgebruik. Er wordt vaak een beeld (figuur) gebruikt.
Figuurlijk taalgebruik
Slide 7 - Diapositive
Letterlijk of figuurlijk?
Slide 8 - Diapositive
Letterlijk of figuurlijk?
Slide 9 - Diapositive
Zijn onveranderlijke zinnen.
Staan altijd in de tegenwoordige tijd.
Zijn altijd figuurlijk bedoeld.
Wie weet nog een spreekwoord?
Spreekwoorden
Slide 10 - Diapositive
Zijn vaste combinaties van woorden.
Zijn ook altijd figuurlijk bedoeld.
Wie weet nog een uitdrukking?
Uitdrukkingen
Slide 11 - Diapositive
Spreekwoorden en uitdrukkingen
1. Zoek op de poster tien spreekwoorden of uitdrukkingen
en schrijf deze op in je schrift. 2. Noteer wat deze uitdrukkingen betekenen.
3. Onderzoek waar jouw spreekwoord of uitdrukking vandaan komt.
timer
10:00
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Nabespreken
- Welke spreekwoorden heb je gevonden en waar?
Slide 14 - Diapositive
Je weet wat thematische uitdrukkingen zijn en waarom we die gebruiken.
Lesdoelen
Slide 15 - Diapositive
Wat is letterlijk taalgebruik? Beschrijf het in je eigen woorden.
Slide 16 - Carte mentale
Wat is figuurlijk taalgebruik? Beschrijf het in je eigen woorden.
Slide 17 - Carte mentale
Waarom gebruiken we nog steeds (thematische) uitdrukkingen? Leg uit je in je eigen woorden.
Slide 18 - Question ouverte
Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?