Flexles : les 2 preteaching wg lv

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui;
  • je schrift.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui;
  • je schrift.

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhalen persoonsvorm, zinsdeelstrepen en o.
  • Uitbreiden met wg en lv.
  • Vragen stellen

Slide 2 - Diapositive

Herhalen
  1. persoonsvorm in een zin benoemen
  2. zinsdeelstrepen zetten 

Slide 3 - Diapositive

PV en zinsdeelstrepen
Meisjes kunnen niet voetballen.

Tot vorig jaar hoorden sportieve meisjes dit vooroordeel.

In 2017 is het beeld van meisjesvoetbal veranderd.

Slide 4 - Diapositive

PV en zinsdeelstrepen
Meisjes | kunnen | niet | voetballen.

Tot vorig jaar| hoorden | sportieve meisjes | dit vooroordeel.

In 2017| is | het beeld van meisjesvoetbal | veranderd.

Slide 5 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
  • Alle werkwoorden in de zin.


Een werkwoord
drukt een handeling (bellen), een situatie (zijn) of een gebeurtenis (sneeuwen) uit.


Vervoegen
aanpassen aan de persoon: ik bel, wij bellen (enkelvoud/meervoud)

aanpassen aan de tijd: ik bel, ik belde (tegenwoordige tijd/verleden tijd)

Slide 6 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Meisjes | kunnen | niet | voetballen.

Tot vorig jaar| hoorden | sportieve meisjes | dit vooroordeel.
In 2017| is | het beeld van meisjesvoetbal | veranderd.

Slide 7 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Meisjes | kunnen | niet | voetballen.

Tot vorig jaar| hoorden | sportieve meisjes | dit vooroordeel.
In 2017| is | het beeld van meisjesvoetbal | veranderd.

Slide 8 - Diapositive

Onderwerp
Onderwerp is de hoofdrolspeler in de zin. Begint nooit met een voorzetsel.

Manier 1: onderwerpsproef
pv veranderen van enkelvoud naar meervoud of andersom
zinsdeel dat mee moet veranderen, is het onderwerp
Manier 2: vraag stellen
Wie/wat  + gezegde? Antwoord hierop is het onderwerp.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het onderwerp?
Meisjes | kunnen | niet | voetballen.

Tot vorig jaar| hoorden | sportieve meisjes | dit vooroordeel.

In 2017| is | het beeld van meisjesvoetbal | veranderd.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het onderwerp?
Meisjes | kunnen | niet | voetballen.

Tot vorig jaar| hoorden | sportieve meisjes | dit vooroordeel.

In 2017| is | het beeld van meisjesvoetbal | veranderd.

Slide 11 - Diapositive

Lijdend voorwerp
  • Begint nooit met een voorzetsel.
  • Komt voor in zinnen met werkwoorden waar je iets of iemand voor kunt zetten: iets stemmen, iemand feliciteren.

Vinden door de volgende vraag te stellen:
Wie/wat + wg + o? Antwoord is het lijdend voorwerp.

Slide 12 - Diapositive

Wat is het lijdend voorwerp?

Tot vorig jaar| hoorden | sportieve meisjes | dit vooroordeel.

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig werken (p. 203)
  • Je gaat oefenen met een werkblad.
  • Eerst pv en wg vinden en zinsdeelstrepen zetten.
  • Dan o vinden.
  • Ga je het lv ook proberen?
  • Je kunt vragen stellen. 

Slide 14 - Diapositive

Afsluiting
  • Kun je de pv vinden en de zinsdeelstrepen zetten?
  • Kun je het wg vinden?
  • Kun je het o vinden? En het lv? 

Slide 15 - Diapositive