2TH Aanwijzend en vragend voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- Herhaling: pers. vnw., bez. vnw.

- Nieuw: aanw. vnw. en vr. vnw.

Huiswerk dinsdag 20 april

- Maken: uit h/v-methode: H1 grammatica: persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

- Leren: leerdoelen uit deze LessonUp

Leerdoelen:

- Ik kan het vragend voornaamwoord (vr.vnw) in een zin aanwijzen.

- Ik kan het aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) in een zin aanwijzen.

Lesdoelen

- Ik kan het persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) in een zin aanwijzen.

- Ik kan het bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) in een zin aanwijzen.

- Ik kan het vragend voornaamwoord (vr.vnw) in een zin aanwijzen.

- Ik kan het aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) in een zin aanwijzen.

Weet je nog...?

Benoem pers.vnw en bez.vnw:
'Jij hebt heerlijke koekjes gemaakt om bij mijn muntthee te serveren!'

Benoem pers.vnw en bez.vnw:
'Joris was te laat op school, omdat hij terug moest om zijn gymtas op te halen.'

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)

- Een vr.vnw vraagt altijd naar iets of iemand.

- Een vr.vnw kán in een vraagzin staan, maar dat hoeft niet.

- Er zijn vier vragende voornaamwoorden, leer ze uit je hoofd!

    > Wie

    > Wat

    > Welk(e)

    > Wat voor (een)

Vragend voornaamwoord (vr.vnw)

- Wie is er met modderschoenen door de woonkamer gelopen?

- Wat is het huiswerk voor morgen?

- Finn wil weten welk snoepje jij het lekkerst vindt.

- Josien vraagt wat voor jurk Cira aantrekt naar het schoolfeest.

Alléén woorden die naar een persoon, dier of ding vragen zijn vr.vnw!

Woorden die naar een plaats, reden, tijd of iets anders vragen, zijn bijwoord!

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)

- Een aanw.vnw. wijst naar iets of iemand.

- Soms staat er een zn achter een aanw.vnw., maar dat hoeft niet.

- Aanwijzende voornaamwoorden zijn:

    > deze             > zo'n

    > die                 > zulk(e)

    > dit                  > dergelijk(e)

    > dat

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)

Deze ijsjes zijn echt superlekker!

Liza vindt Paula's zandkasteel mooier dan dat van Jesse.

Die nieuwe schoenen van Coen zijn te gek. Ik wil ook zulke!

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Wat vind jij van dat nieuwe boek
van Carry Slee?

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Die docent wil weten welke opdrachten we nog moeilijk vinden.

Benoem vr.vnw en aanw.vnw:
Waarom hebben jullie dit geheim aan zulke onbetrouwbare mensen doorverteld?

Heb je de opdrachten van H1 > Grammatica > Woordsoorten af?

1. Ja, zeker
2. Nee, bijna
3. Nee, maar ik ben goed op weg
4. Nee, ik moet nog beginnen

Kun je aanw.vnw, vr.vnw, pers.vnw en bez.vnw in een zin aanwijzen?

1. Ja, zeker
2. Ja, ik denk het wel
3. Nee, maar ik ben goed op weg
4. Nee, ik heb hulp nodig

Deze vraag heb ik nog over de leerdoelen:

Huiswerk 

Huiswerk dinsdag 20 april

- Maken: uit h/v-methode: H1 grammatica: persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (startopdracht, opdr. 1+2)

- Leren: leerdoelen uit deze LessonUp

Heb je je huiswerk af? Ga je boek lezen en werk aan je vlog.

Inleverdatum vlog: vrijdag 21 mei.