Afrondende les 3 (toets periode 1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je iPad (dicht)
• je leerwerkboek
• je etui
• klascode yryox

De les start en je bent stil:

Planning

• Oefenen met hz / bz
• Oefenen met zinsontleding
• Leren voor de toets => stel je vragen!
• Afsluiten van de les

We bezoeken mijn oma en daarna eten we een taartje in het café.

Omdat het regende, ging het feestje niet door.

Nadat ik mijn huiswerk heb gedaan, voel ik me supertevreden.

Stap 1: wat zijn de pv's in de zinnen?

Stap 2: wat zijn de o's in de zinnen?

Stap 3: kan er 'niet' tussen o en pv? 

Ja => het is een bijzin

Nee => het is een hoofdzin

Hoofdzin+bijzin: stappenplan

Voegwoord?

We bezoeken mijn oma // en daarna eten we een taartje in het café. hz/hz

Omdat het regende,// ging het feestje niet door. bz/hz

Als ik mijn huiswerk heb gedaan, // voel ik me supertevreden. bz/hz

Stap 1: wat zijn de pv's in de zinnen?

Stap 2: wat zijn de o's in de zinnen?

Stap 3: kan er 'niet' tussen o en pv? 

Ja => het is een bijzin

Nee => het is een hoofdzin

Hoofdzin+bijzin: stappenplan

Voegwoord?

Marieke besloot op een dag de wereld rond te fietsen.

Toen Lucas haar plan had gehoord, gaf hij Marieke een verbouwde bakfiets.

Marieke heeft tijdens de reis veel geleerd, omdat ze veel mensen heeft ontmoet.

1. Onderstreep de pv => tijdproef

2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef

3. Benoem wg (inclusief pv)

4. Benoem o: wie/wat + gezegde?

5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?

6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?

7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Marieke / besloot  / op een dag /de wereld / rond te fietsen.

wg: besloot rond te fietsen

o: Marieke

lv: de wereld

mv: -

bwb: op een dag

1. Onderstreep de pv => tijdproef

2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef

3. Benoem wg (inclusief pv)

4. Benoem o: wie/wat + gezegde?

5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?

6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?

7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Toen / Lucas / haar plan / had / gehoord, // gaf/ hij / Marieke / een verbouwde bakfiets.

Deel 1:

wg: had gehoord

o: Lucas

lv: haar plan

Deel 2:

wg: gaf

o: hij

lv: een verbouwde bakfiets

mv: Marieke

1. Onderstreep de pv => tijdproef

2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef

3. Benoem wg (inclusief pv)

4. Benoem o: wie/wat + gezegde?

5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?

6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?

7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Marieke / heeft/ tijdens de reis / veel / geleerd,// omdat / ze / veel mensen / heeft / ontmoet.

Deel 1:

wg: heeft geleerd

o: Marieke

lv: veel

bwb: tijdens de reis

Deel 2:

wg: heeft ontmoet

o: ze

lv: veel mensen

1. Onderstreep de pv => tijdproef

2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef

3. Benoem wg (inclusief pv)

4. Benoem o: wie/wat + gezegde?

5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?

6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?

7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Werkmoment

• Ga leren voor de toets.
• Je mag muziek luisteren.
• Je mag elkaar overhoren.
• Stel je vragen! 

Afsluiting

• Hoe leer jij voor de toets?
  
• Als je eerder klaar bent, geen iPad of telefoon, dus......