Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Dit gedicht vind ik...
Heel leuk
Wel grappig
Stom
Iets anders
Slide 3 - Sondage
Wat weet je tot nu toe over poëzie?
Slide 4 - Carte mentale
https:
Slide 5 - Lien
Wat wist je nog niet en weet je nu wel na het kijken van het filmpje?
Slide 6 - Carte mentale
Welke rijmvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 7 - Quiz
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 8 - Quiz
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 9 - Quiz
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 10 - Quiz
Wat houdt eindrijm in?
Slide 11 - Question ouverte
Voor eindrijm zijn er verschillende rijmschema's
Voorbeelden zijn:
Gepaard rijm: AABB
Gekruist rijm: ABAB
Omarmend rijm: ABBA
Gebroken rijm: ABCB
Slide 12 - Diapositive
Welke rijmschema heeft dit gedicht?
A
AABB
B
ABAB
C
ABBA
D
ABCB
Slide 13 - Quiz
Rijm is een extra muziekaal stukje van taal
Eens
Oneens
Slide 14 - Sondage
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 15 - Quiz
Wat houdt enjambement in?
Slide 16 - Question ouverte
dit dus!
Slide 17 - Diapositive
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 18 - Quiz
In het vormgedicht is de vorm van groot belang voor de inhoud. De inhoud van dit gedicht wordt door de vorm ervan uitgebeeld. Dus als ik een gedicht schrijf in de vorm va een giraffe, dan moet het gedicht ook over een giraffe gaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Welke dichtvorm is dit?
A
Enjambement
B
Eindrijm
C
Alliteratie
D
Vormgedicht
Slide 20 - Quiz
Wat houdt alliteratie in?
Slide 21 - Question ouverte
dit dus!
Slide 22 - Diapositive
Moet een gedicht altijd rijmen?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
In de Middeleeuwen rijmden gedichten omdat niet iedereen pen en papier had en een gedicht op rijm makkelijker te onthouden was.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Wat moet je doen bij het voordragen van een gedicht?
Slide 25 - Question ouverte
Zoals dansen mooi wandelen is, is poëzie mooi denken