5.4 reacties tussen ionen

leerdoelen
  • Je leert wat een neerslagreactie is.
  • Je leert hoe je een zout kunt maken.
  • Je leert hoe je ionsoorten in een oplossing kunt aantonen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

leerdoelen
  • Je leert wat een neerslagreactie is.
  • Je leert hoe je een zout kunt maken.
  • Je leert hoe je ionsoorten in een oplossing kunt aantonen.

Slide 1 - Diapositive

binas 45
g = goed oplosbaar

s = slecht oplosbaar --> vormt dus een neerslag!

Slide 2 - Diapositive

neerslagtabel
Als je 2 zoutoplossingen bij elkaar doet, 
kun je met een oplostabel controleren 
of een neerslag (vast zout) vormt.

Slide 3 - Diapositive

Ik voeg kopernitraat en kaliumcarbonaat samen in een buisje. Welke neerslag vormt?

Slide 4 - Question ouverte

uitwerking
Als je de neerslagtabel invult, zie je dat de combinatie van koper en carbonaat slecht oplost.
 Dit vormt een vast zout (neerslag).
Kopercarbonaat (CuCO3)

Slide 5 - Diapositive

toepassing
reacties tussen ionen worden op 3 manieren toegepast:
  • Het maken van een zout (2 oplossingen vormen een nieuwe neerslag)
  • Het aantonen van een ion (Je voegt een oplossing met een ion toe die alleen met het aan te tonen ionen neerslaat)
  • Het verwijderen van vervuiling (je laat een ion neerslaan zodat je het vaste zout kunt verwijderen)




Slide 6 - Diapositive

Zout maken
-Bepaal welke ionen je nodig hebt

- kies 2 oplossingen waar deze ionen inzitten 

- controleer met een tabel of er geen andere neerslag vormt

Slide 7 - Diapositive

koperfosfaat maken
stel je wilt koperfosfaat maken:
- Is dit een s zout of een g zout?

- Je hebt koper- en fosfaat-ionen nodig

- Je kunt bijvoorbeeld kopernitraat en natriumfosfaat pakken, want natrium en nitraat slaan nergens mee neer

- controleer met een tabel!

Slide 8 - Diapositive

Welke 2 zoutoplossingen zou ik kunnen gebruiken om Bariumsulfaat te maken?

Slide 9 - Question ouverte

Welke 2 zoutoplossingen zou ik kunnen gebruiken om Bariumsulfaat te maken?

Slide 10 - Diapositive

Hoe toon je aan of iets Bariumcarbonaat of Magnesiumcarbonaat is?

Slide 11 - Diapositive

Test jezelf..

Slide 12 - Diapositive

Hoe toon je aan of iets Bariumcarbonaat of Magnesiumcarbonaat is?

Slide 13 - Question ouverte

ionen aantonen (practicumtoets)
- mysterieus wit poeder, is het stof A of stof B? 
- Bepaal welke ionsoort verschillend is, welke ionsoort wil je aantonen?
- Zoek een ion dat een neerslag vormt met de ene optie, maar niet met de ander.
- Zoek en zoutoplossing die dat ion bevat en voeg het toe --> trek je conclusie

Slide 14 - Diapositive

Natriumhydroxide of natriumsulfaat?
- verschil: Hydroxide (OH-) of sulfaat (SO4 2-) ionen.

 - Welk ion slaat neer met OH- en niet met SO4 2- ? --> Koper (Cu 2+)

- Als je kopernitraat toevoegt en er een neerslag ontstaat weet je dat er OH- inzat, 
anders was het SO4 2-


Slide 15 - Diapositive

Aan de slag!
- Zie studiewijzer voor minimale opgaven
- Wil je zout proberen te maken? Je kunt de oplossingen uit de kast gebruiken om het in het 'echt' te testen.

Slide 16 - Diapositive