Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Afspraken online lessen
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je nodig?
Pak je pen en rekenmachine
Open je boek op blz. 156
Open je schrift voor een opdracht.
timer
1:00
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen paragraaf 6.2
1. Je kunt uitleggen of vooral de consument of de producent profiteert van de
marktwerking. 2. Je kunt de rol van externe effecten bij de marktwerking uitleggen. 3. Je kunt voorbeelden noemen van maatregelen van de overheid om negatieve
externe effecten te beperken en positieve te bevorderen.
Marktwerking is in de economie het tot stand komen van een evenwichtsprijs voor een goed of voor een dienst, wanneer vraag en aanbod gelijk aan elkaar zijn.
Slide 3 - Diapositive
Situatie A:
consumenten profiteren
Situatie B:
producenten profiteren
Als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen, stijgt hunwelvaart
Welvaart geeft aan in welke mate mensen
in staat zijn om hun behoeften aan schaarse
goederen en diensten te bevredigen
Pak opgave 4 voor je op blz. 156
Slide 4 - Diapositive
Begrippen
Extern effect:
Een “bijwerking” van de markt (een gevolg van vraag of aanbod waar geen prijs voor wordt betaald).
Negatief extern effect:
Extern effect waarbij de welvaart daalt.
Positief extern effect:
Extern effect waarbij de welvaart stijgt.
Slide 5 - Diapositive
Externe effecten
Slide 6 - Diapositive
Externe effecten
Positieve of negatieve externe effecten van productie of consumptie worden niet meegerekend bij onze welvaart.
Milieuvervuiling door het rijden met de
auto wordt niet door de markt in de prijs
van benzine meegenomen.
De overheid corrigeert dit met een accijnsbedrag per liter benzine.
Slide 7 - Diapositive
De overheid grijpt in
Om negatieve externe effecten te beperken, grijpt de overheid in, door:
- Accijns - Subsidie
- Belasting (ontvang je van de overheid)
Slide 8 - Diapositive
Er staat een windmolen in de achtertuin van Levi, dat zijn uitzicht bederft.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect
Slide 9 - Quiz
Fien is aan het fietsen en laat per ongeluk haar plastic tas in de natuur vallen. Ze heeft het niet door.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect
Slide 10 - Quiz
Een nieuwe weg naar Lelystad maakt het makkelijk voor de inwoners van Flevoland om in de hoofdstad te gaan werken.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect
Slide 11 - Quiz
Drugsafval wordt massaal gedumpt in natuurgebieden.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect?
Slide 12 - Quiz
Verpakkingsmateriaal eindigt in de oceaan als "plastic soep".
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect
Slide 13 - Quiz
Om de files te bestrijden wordt de A27 uitgebreid met extra rijstroken. Hiervoor wordt een stuk natuurgebied opgeofferd.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect
Slide 14 - Quiz
De afgelopen 20 jaar steeg het aantal aardbevingen in Nederland sterk. In 2018 vonden in Groningen in totaal 90 aardbevingen plaats waarvan 15 boven de 1,5 op de schaal van Richter. Onderzoek wijst uit dat de aardgaswinning hiervan de belangrijkste oorzaak is. Vele Groningers meldden schade aan hun huizen. Is de volgende bewering juist of onjuist? Aardbevingen zijn een negatief extern effect van aardgaswinning.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kinderen meer groenten en fruit gaan eten als ze op de basisschool in een schooltuin hebben gewerkt. Voorlichting over gezonde voeding brengt de leerlingen wel kennis bij, maar leidt niet tot aanpassing van het voedingspatroon. Is de volgende beweringen juist of onjuist?
Meer groenten en fruit eten is een negatief extern effect van schooltuinen.