Les 6 Rekenen aan reacties

DEZE LES
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

DEZE LES

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Molariteit = aantal mol per liter
  • Eenheden:
     1) [..] = 20 mol L-1
    2) [..] = 20 M

Slide 5 - Diapositive

REKENEN MET EENHEDEN
  • vast en vloeibaar: x 103 kg m-3 of kg/m= g/cm3
  • gas = kg m-3 of kg/m3 = g/dm3
  • molmassa = g mol-1 of g/mol (kg/kmol / mg/mmol)

Slide 6 - Diapositive

REKENEN AAN REACTIES

Slide 7 - Diapositive

Bereken hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 1,5 m3 methaan.
  • Geef eerst de reactievergelijking.
  • ... CH4 (g) + ... O2 (g) → ... CO2 (g) + ... H2O (l) 
  • ... CH4 (g) + 2 O2 (g) → ... CO2 (g) + 2 H2O (l) 

Slide 8 - Diapositive

Bereken hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 1,5 m3 methaan.
... CH4 (g) + 2 O2 (g) → ... CO2 (g) + 2 H2O (l) 
eerst naar de 'mol' rekenen en dan overstappen

Slide 9 - Diapositive

Bereken hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 1,5 m3 methaan.
... CH4 (g) + 2 O2 (g) → ... CO2 (g) + 2 H2O (l) 

Slide 10 - Diapositive

Wegwerpkoffiebekertjes worden gemaakt van polystyreen, dat zijn meerdere styreen, C8H8 moleculen aan elkaar gekoppeld.
  • Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van styreen.
  • ... C8H8 + ... O2 → ... CO2 + ... H2O
  • ... C8H8 + 10 O28 CO2 + 4 H2O

Slide 11 - Diapositive

Bereken hoeveel dm3 koolstofdioxide ontstaat bij de volledige verbranding van 50 wegwerpbekertjes.

Maak gebruik van de volgende gegevens:
C8H8 + 10 O28 CO2 + 4 H2O
  • een wegwerpberektje weegt 2,8 gram
  • de molaire massa van styreen = 104,1 g mol-1
  • het volume van 1 mol CO2 = 24,5 dm3

Slide 12 - Diapositive

  • molariteit is mol L-1
  • MNaCl = 58,443 g mol-1

Slide 13 - Diapositive

  • molariteit is mol L-1
  • Ik wil van g L-1 naar mol L-1
  • Dus ik heb de molaire massa nodig.
  • 9,0 : 58,443 = 0,15 mol L-1
  • MNaCl = 58,443 g mol-1

Slide 14 - Diapositive

  • massa = 1,6 mg mL-1 x 150 mL =  240 mg =            240 x 10-3 g
  • Mbroomhexine = 14 x 12,01 + 20 x 1,008 +                2 x 79,9 + 2 x 14,01 = 376,12 g mol-1
  • aantal mol = 240 x 10-3 : 376,12 = 6,4 x 10-4 mol

Slide 15 - Diapositive

aantal mol broomhexine = 6,4 x 10-4 mol
  • 150 mL = 0,15 L
  • molariteit = 6,4 x 10-4 : 0,15 = 4,3 x 10-3 mol L-1

Slide 16 - Diapositive

  • mol sorbitol = 0,33 M x 5 x 10-3 L = 1,65 x 10-3 mol
  • Msorbitol = 6 x 12,01 + 14 x 1,008 + 6 x 16,0                                      = 182,17 g mol-1
  • msorbitol = 165 x 10-3 x 182,17 = 0,3 g

Slide 17 - Diapositive

  • 400 mL = 0,400 L
  • aantal mol = 0,05 x 0,400 = 0,02 mol

Slide 18 - Diapositive

m = 1 kg = 1000 g, Mnatriumfosfaat = 163,94 g/mol
aantal mol = 1000 : 163,94 = 6,1 mol
V = 6,1 (mol) : 0,05 (mol/L) = 122 L = 1 x 102 L

Slide 19 - Diapositive

  • 500 mL = 0,500 L
  • mol = 9,0 x 0,500 = 4,50 mmol = 4,5 x 10-3 mol

Slide 20 - Diapositive

  • 1 mol hemo bevat 4 mol Fe
  • aantal mol Fe = 4 x 4,5 x 10-3 = 18 x 10-3 mol

Slide 21 - Diapositive

  • volume%, we gaan uit van 1 L lucht
  • In 1 L lucht zit 20,9/100 = 0,209  L O2.
  • 1 mol O2 = 24,5 L, 
  • 0,209 L bevat 0,209 : 24,5 = 8,43 x 10-3 mol zuurstof in 1 L lucht, dus 8,43 x 10-3 mol/L

Slide 22 - Diapositive

  • ingeademd 20,9% en uitgeademd 16,2%
  • opgenomen door longen = 20,9 = 16,2 = 4,7%
  • 4,7% van 7,5 L = 0,35 L zuurstof
  • 1 mol zuurstof = 24,5 L, dus 0,35 L bevat 0,35 : 24,5 = 1,43 x 10-2 mol zuurstof
  • MO2 = 2 x 16 = 32 g/mol
  • massa zuurstof = 1,43 x 10-2 x 32 = 0,46 g

Slide 23 - Diapositive

Tweede manier
  • ingeademd 20,9% en uitgeademd 16,2%
  • opgenomen door longen = 20,9 = 16,2 = 4,7%
  • 4,7% van 7,5 L = 0,35 L zuurstof
  • dichtheid zuurstof = 1,31 kg/m3 = 1,31 g/dm3
  • 0,35 L = 0,35 dm3
  • massa zuurstof = 1,31 x 0,35 = 0,46 g

Slide 24 - Diapositive

AFSLUITING

Slide 25 - Diapositive