H3 Wat heb je geleerd? Les 3

Wat heb je geleerd?
Les 3
ASSENSTELSEL en GRAFIEKEN


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat heb je geleerd?
Les 3
ASSENSTELSEL en GRAFIEKEN


Slide 1 - Diapositive

LEES DIT EERST
Je hebt alle lesstof nu geoefend.

Je gaat jouw "soep" dus nu voor het eerst proeven.

Is jouw "soep" al lekker?
Of kun je jouw "soep" nog lekkerder maken? Maak dan de herkansing. 

Slide 2 - Diapositive

Als de toets is nagekeken krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft aan wat jij nog kunt leren.
En je leert door te doen!

Slide 3 - Diapositive

Waarom is er een kreukellijn getekend?
A
Omdat de grafiek anders te breed zou worden.
B
Omdat de grafiek anders te lang wordt.
C
Omdat de y-as anders te lang zou worden.
D
Omdat de x-as anders te lang zou worden.

Slide 4 - Quiz

Schat hoe warm de ze op 15 april was.
De zee was ...... graden.

Slide 5 - Question ouverte

Hoe lang heeft Jeffrey gewandeld?
Jeffrey heeft ... uur gewandeld.

Slide 6 - Question ouverte

Hoeveel km heeft Jeffrey gewandeld ?
Jeffrey heeft ... km gewandeld.

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel km heeft hij in 30 minuten afgelegd?

Hij heeft .... km afgelegd.

Slide 8 - Question ouverte

Heeft Jeffrey gepauzeerd? Zo ja, hoe lang? Hoe zie je dat aan de grafiek?

Slide 9 - Question ouverte

Wanneer liep Jeffrey het snelst? Hoe zie je dat aan de grafiek?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Hoe heb je opdracht gemaakt.
A
Alles goed.
B
Bijna goed.
C
Nog niet goed.
D
Niet gemaakt.

Slide 12 - Quiz

Wat is het
vaste bedrag?

Slide 13 - Question ouverte

Wat verdient ze per kaart?

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf de formule met een letter.
Schrijf voor het euroteken euro.
Zet eronder waar de letter voor staat.

Slide 15 - Question ouverte

Hoeveel betaal je voor 20 kaarten.
Schrijf de hele berekening + antwoord op.
Geef het antwoord daarna in een zin.

Slide 16 - Question ouverte