Hoofdstuk 11.1
1 / 20
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Waarom is Prinsjesdag een
politieke institutie?
Leg je antwoord uit met gebruik definitie!
politieke institutie?
Leg je antwoord uit met gebruik definitie!
timer
2:00
Slide 5 - Question ouverte
Politieke institutie
Sociale institutie
Docent een hand geven bij binnenkomst les
De fractie-assistent brengt Mark Rutte iedere ochtend een bakje koffie
Poldermodel
Koning Willem leest gezellig voor uit zijn troonrede
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
Ook het poldermodel is een politiek instituut. Welke uitspraak past het beste bij het 'poldermodel'?
A
De meerderheid bepaalt
B
Iedereen wordt betrokken bij beslissingen
C
Vele handen maken licht werk
D
Besluiten worden langzaam genomen
Slide 8 - Quiz
In hoeverre hebben vakbonden
macht binnen het poldermodel?
macht binnen het poldermodel?
timer
2:00
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Leg uit dat er sprake is van binding tussen de Tweede Kamer en het volk. Gebruik een geschikt kernconcept van binding.
Slide 12 - Question ouverte
Wat merk je de dag na Prinsjesdag van de verschillende ideologieën? Begin je antwoord met: 'Alle politieke partijen hebben .........'
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Waarom rijden de Koning en Koningin niet in de Gouden Koets door Den Haag?
A
De koets bevat kwetsende afbeeldingen en daarom rijden ze er niet meer in.
B
De koets wordt gerenoveerd en komt dan waarschijnlijk niet meer terug.
C
Het woord 'Gouden' is beladen dus is gekozen voor de Glazen Koets.
D
De Gouden Koets is te zwaar en dat is pijnlijk voor de paarden.
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
'De baard is stoer, mannelijk en zorgt voor (welk kernconcept?)'
timer
0:10
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Hoe heet de huidige minister van Financiën?
A
Hugo de Jongh
B
Gerrit Zalm
C
Wopke Hoekstra
D
Ferdinand Grapperhaus
