18.4-1 Regeling van eiwitten in een cel 6V 2223

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Enzymwerking
Enzymconcentratie: hoe meer enzym aanwezig is hoe hoger de reactiesnelheid.

Slide 2 - Diapositive

Enzymwerking
Enzymconcentratie: hoe meer enzym aanwezig is hoe hoger de reactiesnelheid.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 7
Adri en Eduard voegen bij een experiment met enzymen in twee buizen een even grote hoeveelheid substraat toe. Aan buis 1 voegen ze een hoeveelheid enzym toe met zoveel remstof (die de ruimtelijke structuur van de enzymmoleculen verandert) dat alle enzymmoleculen onwerkzaam zijn. Aan buis 2 voegen ze evenveel enzym en evenveel remstof (met eenzelfde ruimtelijke structuur als het substraat) toe. Ze bepalen de mate van omzetting van het substraat.
Hierna voegen ze aan beide buizen een grote overmaat aan substraat toe.
Wat kunnen Adri en Eduard verwachten?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
18.4 Regeling van eiwitten in een cel

Slide 7 - Diapositive

Doel 18.4-1
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel eiwitten opruimt.
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel overbodig mRNA vindt en afbreekt.
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel ongewenst virus RNA vindt en afbreekt.



Slide 8 - Diapositive

Hoeveelheid eiwit regelen
  1. Je breekt gemaakte eiwitten af
  2. Je blokkeert mRNA zodat er geen nieuwe eiwitten meer gemaakt kunnen worden (RNA interferentie)
  3. Je blokkeert virus RNA om te voorkomen dat virus eiwitten worden gemaakt



Slide 9 - Diapositive

Hoeveelheid eiwit regelen
  1. Je breekt gemaakte eiwitten af


Slide 10 - Diapositive

Eiwit afvalverwerking

Slide 11 - Diapositive

Eiwit afvalverwerking
Proteasoom: eiwitcomplex dat eiwitmoleculen vernietigt.

Ubiquitine wordt (door enzymen) aan eiwitten gekoppeld die vernietigd moeten worden. Dit wordt herkend door het proteasoom: het eiwit wordt afgebroken en ubiquitine komt weer vrij. Kost energie.

Slide 12 - Diapositive

Hoeveelheid eiwit regelen

  1. Je blokkeert mRNA zodat er geen nieuwe eiwitten meer gemaakt kunnen worden (RNA interferentie)



Slide 13 - Diapositive

RNA interferentie
RNA interferentie is het proces in een cel waarbij kleine stukjes RNA binden aan een mRNA molecuul waardoor translatie niet meer mogelijk is (RNA polymerase kan niet meer binden) en het mRNA molecuul kan worden afgebroken.



Slide 14 - Diapositive

Remming en afbraak mRNA
Het is belangrijk dat mRNA in een cel na gebruik wordt geremd en afgebroken zodat de cel niet eindeloos hetzelfde eiwit blijft maken (ook nadat het gen al is uitgezet).

Dit gebeurt met behulp van miRNA (micro RNA)

Slide 15 - Diapositive

miRNA
2. miRNA heeft palindroom delen
die er voor zorgen dat er een
haarspeld vorm ontstaat

Slide 16 - Diapositive

miRNA
1. Primair mi-RNA (microRNA)
wordt gemaakt in de celkern
(transciptie)

Slide 17 - Diapositive

miRNA
2. miRNA heeft palindroom delen
die er voor zorgen dat er een
haarspeld vorm ontstaat

Slide 18 - Diapositive

miRNA
3. miRNA verlaat de celkern

Slide 19 - Diapositive

miRNA
4. Dicer knipt het primair miRNA in
stukjes ds miRNA

Dicer is een knip enzym dat 
dsRNA kan knippen

Slide 20 - Diapositive

miRNA
5. Helicase verbreekt dsRNA in
ssRNA

dsRNA = double stranded RNA
ssRNA = single stranded RNA

Slide 21 - Diapositive

miRNA
6. Enkelstrengs siRNA bindt 
aan RISC eiwit

(RISC: RNA-induced 
silencing complex)

Slide 22 - Diapositive

miRNA
7. Bij binding van het miRNA
aan mRNA knipt het RISC
eiwit het mRNA -> inactief 

Slide 23 - Diapositive

Hoeveelheid eiwit regelen


  1. Je blokkeert virus RNA zodat er geen virus eiwitten meer gemaakt kunnen worden (RNA interferentie)



Slide 24 - Diapositive

Remming en afbraak virus RNA
Het is belangrijk dat virus RNA wordt geremd en afgebroken zodat het maken van nieuwe virus-deeltjes stopt en de infectie onder controle kan worden gebracht.

Dit gebeurt met behulp van siRNA (small interfering RNA)

Slide 25 - Diapositive

siRNA
1. Cel wordt geinfecteerd door
een RNA virus (ss of ds)

Slide 26 - Diapositive

siRNA
2. (ss RNA wordt ds RNA)

Slide 27 - Diapositive

siRNA
3. De cel bemerkt de aanwezig-
heid van dsRNA en maakt 
enzym aan: dicer

Slide 28 - Diapositive

siRNA
4. Dicer knipt het dsRNA in 
stukjes:
siRNA (small interfering RNA's)

Slide 29 - Diapositive

siRNA
5. Helicase verbreekt dsRNA in
ssRNA

Slide 30 - Diapositive

siRNA
6. Enkelstrengs siRNA bindt 
aan RISC eiwit

Slide 31 - Diapositive

siRNA
7. Bij binding van het siRNA
aan virusRNA knipt het RISC
eiwit het virus RNA -> inactief 

Slide 32 - Diapositive

Doel 18.4-1
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel eiwitten opruimt.
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel overbodig mRNA vindt en afbreekt.
☐ Je kunt beschrijven hoe een cel ongewenst virus RNA vindt en afbreekt.


Slide 33 - Diapositive

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
18.4: alle vragen

Slide 34 - Diapositive