Verbe prendre

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

• Voca

Dans ce cours...

• Verbe prendre
• In de présent en passé composé

Prendre = nemen

Présent

je prends

tu prends

il/elle/on prend

nous prenons

vous prenez

ils/elles prennent

Passé composé

hulpwerkwoord = avoir

voltooid deelwoord = pris

j'ai pris

tu as pris

il/elle/on a pris

nous avons pris

vous avez pris

ils/elles ont pris

Vervoeg prendre in de présent.
Vous ...

Vervoeg prendre in de présent.
Tu ...

Vervoeg prendre in de présent.
Le garçon ...

Vervoeg prendre in de présent.
Manon et Pierre ...

Vervoeg prendre in de présent.
Je ...

Vertaal: zij nemen

Vertaal: wij nemen

Vervoeg prendre in de passé composé.
Nous ...

Vervoeg prendre in de passé composé.
Mon père ...

Vervoeg prendre in de passé composé.
Tu ...

Vervoeg prendre in de passé composé.
Vous ...

Vertaal: ik heb genomen

Vertaal: u heeft genomen

Vertaal: zij hebben genomen

Verbuga

Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met het werkwoord prendre in de présent en passé composé.

1. In de kolom links vink je présent en passé composé aan.
2. In de kolom in het midden vink je het werkwoord prendre aan.
3. Klik op confirmer.
   
4. Je krijgt dan te zien in welke tijd en in welke persoon je het werkwoord moet vervoegen. Vul het juiste werkwoord in.
5. Klik op suivant om naar de volgende vraag te gaan.

www.verbuga.eu