Industriële revolutie 2

Welke drie beroepssectoren zijn er?
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welke drie beroepssectoren zijn er?

Slide 1 - Question ouverte

Werken in de landbouwsector 


Het zijn de boeren die op het land werken waar ze dieren houden (veeteelt) of gewassen telen (akkerbouw).
Vissers en mijnbouwers halen ook producten uit de natuur.

Al deze beroepen horen bij de landbouwsector of primaire sector. Deze sector wordt ook wel de agrarische sector genoemd. In Nederland werken weinig mensen in deze sector.

Slide 2 - Diapositive

Noem voorbeelden van beroepen
in de landbouw sector.

Slide 3 - Carte mentale

Werken in de industriesector  
Mensen die producten maken, werken vaak in een fabriek. Er zijn veel soorten fabrieken en er wordt vaak met machines gewerkt. Grondstoffen worden er verwerkt eindproduct.

Beroepen waarbij producten worden gemaakt, horen bij de industriesector.

Slide 4 - Diapositive

Noem voorbeelden van beroepen
in de industrie sector.

Slide 5 - Carte mentale

De dienstensector.  
Werk je in een winkel of breng je folders rond, dan verdien je geld door iets voor een ander te doen. Ook voor leraren, dokters, politieagenten en mensen in de zorg bestaat het werk uit iets voor een ander doen.

Beroepen waarbij je een dienst verleent aan een ander, horen bij de dienstensector. De meeste mensen in Nederland werken in deze sector.

Slide 6 - Diapositive

Noem voorbeelden van
beroepen in de dienstensector

Slide 7 - Carte mentale

automatisering

Slide 8 - Diapositive

Automatisering 
Vroeger deden de mensen het werk zelf. Inmiddels hebben machines en computers voor een groot deel het werk overgenomen. Deze verandering noemen we automatisering. Veel mensen verloren hierdoor hun baan.

Slide 9 - Diapositive

Kies een probleemstelling.
Je mag zelf een uitvinding maken over het probleem. De uitvinding teken je uit en maak je eventueel. De uitdaging; kan je hem laten rijden?

Lever tekeningen en foto's in van je uitvinding via it'slearning. 
Volg het pad van de uitvinding.
In het verleden is er veel uitgevonden jullie volgen dit pad. Dit kan je in een PowerPoint verwerken en dit moet je inleveren via it'slearning.
Wat is het probleem
Wie heeft het product uitgevonden.
Hoe is de uitvinding tot stand gekomen.
Hoe werkt de uitvinding (technisch)
Wat voor gevolgen heeft deze uitvinding voor de gewone mens.
Wat voor gevolgen heeft de uitvinden voor de toekomst?

Slide 10 - Diapositive

Ontwikkel een spel over de industriële revolutie.
 Bijvoorbeeld over grondstoffen of treinen die moeten rijden.

Als je een spel ontwikkeld moet je eerst onderzoek doen naar wat je nodig hebt om een spel te ontwikkelen. Dan moet je op schrijven hoe je het wilt maken.
Maak het spel zelf
Lever foto's in via it'slearning.

Slide 11 - Diapositive

Met wie werk je samen?

Slide 12 - Question ouverte