Les 6 Wat weet je nog?

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Flex van mavo naar havo

Les 6

Wat weet je nog van de afgelopen lessen

Deze les:

- herhaling vaardigheden

- aan de slag met een oefentoets

Vaardigheden Geschiedenis 

1. Primaire (direct) en secundaire (indirect) bronnen.
2. Geschreven en ongeschreven bronnen.
3. Oorzaak, gevolg en aanleiding.
4. Feit en mening.
5. Standplaatsgebondenheid
6. Tijdvakken.

primaire (directe) en secundaire (indirecte)bronnen.

primaire bron: een bron die gemaakt is in de tijd waarover het informatie geeft. (uit de tijd zelf)

Secundaire bron: een bron die gemaakt is na de tijd waarover het informatie geeft (de bron is dus later gemaakt)

primair

secundair

geschreven en ongeschreven bronnen

geschreven bron: een bron die schrifttekens bevat.

ongeschreven bron: een bron die geen schrifttekens bevat.

geschreven

ongeschreven

Oorzaak, gevolg, aanleiding

oorzaak:geeft aan waarom of waardoor iets

gebeurt.

gevolg: datgene dat gebeurd na de oorzaak.

aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een

gebeurtenis

Feit en mening

feit: is iets dat we kunnen controleren

mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.

Standplaatsgebondenheid

Wat iemand van iets vindt wordt bepaald door de tijd waarin hij geboren is en de plaats waar hij vandaan komt. 

antwoord geven 

Ik zie op de afbeelding

Dit betekent...

hieruit concludeer ik dat deze afbeelding gebonden is aan tijd en plaats.... 

Tijdvakken.

De geschiedenis is verdeeld in 10 tijdvakken

Wat is de naam van dit tijdvak?
De tijd van.....................

1. ontdekkers en hervormers
2. de wereldoorlogen
3. burgers en stoommachines
4. steden en staten

Wat is de naam van dit tijdvak?
De tijd van.....................

1. pruiken en revoluties
2. ontdekkers en hervormers
3. de wereldoorlogen
4. steden en staten

Wat is de naam van dit tijdvak?
De tijd van.....................

1. televisie en computer
2. ontdekkers en hervormers
3. steden en staten
4. Burgers en stoommachines

Wat is de naam van dit tijdvak?
De tijd van.....................

1. monniken en ridders
2. de wereldoorlogen
3. regenten en vorsten
4. Grieken en Romeinen

Wat is de naam van dit tijdvak?
De tijd van.....................

1. jagers en boeren
2. monniken en ridders
3. burgers en stoommachines
4. grieken en Romeinen

Geef van elke bron aan of het gaat om een geschreven of een ongeschreven bron

Geef van elke bron aan of het gaat om een geschreven of een ongeschreven bron.

Geef van elke bron aan of het gaat om een geschreven of een ongeschreven bron.

Geef van elke bron aan of het hier gaat om een primaire of een secundaire bron.

Geef van elke bron aan of het hier gaat om een primaire of een secundaire bron.

Geef van elke bron aan of het hier gaat om een primaire of een secundaire bron.

Met welk woord kun je het beste een vraag beginnen om de oorzaak te vinden?

1. Waarom
2. Waardoor
3. Waarmee
4. Doordat

1. Ik maak geen huiswerk en leer niet voor mijn toetsen
2. Ik haal een onvoldoende.

1. Zin 1 is de oorzaak zin 2 het gevolg
2. Zin 1 is het gevolg zin 2 is de oorzaak

Geef van de volgende beschrijvingen aan of het om een mening gaat of een feit.

1. Een mening
2. Een feit

Geef van de volgende beschrijvingen aan of het om een mening gaat of een feit.

1. Een mening
2. Een feit

Geef van de volgende beschrijvingen aan of het om een mening gaat of een feit.

1. Een mening
2. Een feit

Geef van de volgende beschrijvingen aan of het om een mening gaat of een feit.

1. Een mening
2. Een feit

Is deze afbeelding een goed voorbeeld van standplaatsgebondenheid?
Geef een korte uitleg