Immunologie

Immunologie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Immunologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen deze les 
  • Na deze les weten jullie hoe de afweer door het lichaam geregeld is.
  • Na deze les kunnen jullie benoemen welke cellen voor de afweer verantwoordelijk zijn.
  • Na deze les kennen jullie de begrippen immuundeficiëntie, allergieën  en auto-immuunziekte en kunnen dit in eigen woorden uitleggen.
  •  Jullie kunnen minimaal 3 auto immuunziektes benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van onze afweer?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Onze afweer
Aspecifieke afweer
  • Aangeboren
  • Tegen alle ziekteverwekkers gericht

Specifieke afweer
  • Het immuunsysteem


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ons eerste afweermechanisme van de aspecifieke afweer?
A
Lymfeklieren
B
Huid en slijmvliezen
C
Antistoffen
D
Bloed

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe doen de huid en de slijmvliezen dit?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 6 verschijnselen bij een ontsteking.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2e afweer linie

  • Granulocyten
  • Macrofagen/fagocyten
  • Killercellen
  • Interferonen 
Bepaalde witte bloedcellen. Worden door alarmstoffen aangetrokken die door de beschadigde lichaamscellen worden afgegeven. 
Kunnen via de spleten van de haarvatwand uit de bloedbaan wringen. 
Ze fagocyteren ziekteverwekkers, hierbij gaan ze zelf vaak ook dood.
Betekent letterlijk grote eters. Zijn grote witte bloedcellen in het bindweefsel overal in het lichaam. Ruimen ziekteverwekkers in het bindweefsel op, zonder daarbij zelf meteen dood te gaan.
Zijn lymfocyten die in de zwezerik gevormd zijn. Ze vernietigen niet de ziekteverwekker zelf, maar doden de aangetaste lichaamscellen. Ruimen ook abnormale lichaamscellen op, die tot tumorcellen kunnen worden. 
Ze maken contact en breken de celmembraan open, de cel wordt zo vernietigd. 
Eiwitten die door lichaamscellen worden geproduceerd als die worden aangevallen. 
De zogenaamde alarmstoffen, ze worden al heel snel door de cel afgegeven, nog voordat de afweer op gang is gekomen. 
Ze kunnen de lichaamscel niet redden maar trekken fagocyterende witte bloedcellen aan (granulocyten).

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstekingsreactie
Bij een kleine huidwond geven verschillende cellen alarmstoffen af. Dit noem je ontstekingsmediatoren.  Één daarvan is histamine, een weefselhormoon.
Deze zorgt voor plaatselijk bloedvatverwijding. Hierdoor neemt doorbloeding toe. Wordt de huid roder en warmer. Ook treedt zwelling op rondom wond door toename weefselvocht (zitten afweercellen in). Veroorzaakt pijn; hierdoor gaat lichaam dit weefsel niet gebruiken. Pus door 'veldslag'witte bloedcellen met binnendringers. Gestoorde functie door zwelling en pijn, voor rust voor gebied wond. Koorts remt de groei van ziekteverwekkers, versnelt fagocytose en weefselherstel.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Specifieke afweer: immuniteit


Hiervoor zijn nodig; antigenen en lymfocyten.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antigenen en lymfocyten
Antigenen: Kunnen door ziekteverwekkers gevormd worden. Ze verraden de aanwezigheid van de ziekteverwekker. Lokken een afweerreactie uit die begint met het mobiliseren van lymfocyten.

Lymfocyten: 2 soorten; B- en T-lymfocyten. Deze gaan na aanmaak zwermen door bloed en lymfe. Gaan zich vermeerderen, en maken de ziekteverwekker/ de cel onschadelijk en kunnen antistoffen maken. Deze zorgen voor herkenning als ze nogmaals indringen (geheugencellen). Dan wordt je niet weer ziek.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuunreactie

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Immunologische ziekten
  1. Immuundeficiëntie
  2. Allergieën
  3. Auto-immuniteit 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek eens op!
Wat is er mis met het immuunsysteem bij immuundeficiëntie en allergieën?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Immuundeficientie
Je immuunsysteem schiet tekort. Kan verworven/aangeboren zijn. 
T- of B lymfocyten, of beiden, werken niet goed. 
  • Primaire immuundeficientie: defect immuunsysteem
  • Secundaire immuundeficientie: disfunctioneren immuunsysteem door oorzaak buiten het immuunsysteem.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Allergieën
Histamine speelt hierbij een rol (denk aan eerdere verhaal).
Histamine zorgt voor bloedvatverwijding zodat afweercellen kunnen uittreden.
Afweersysteem reageert te heftig. Bij allergie komt er teveel histamine vrij.  Reactie hierdoor; uittreden eiwitten en vocht en zwelling kleine bloedvaten. 
Anafylactische reactie: heftige allergische reactie; overmatige productie histamine wat zorgt voor extreme vasodilatatie en dus tensiedaling.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke auto immuunziektes ken je?

Slide 19 - Carte mentale

VB auto immuun hepatitis
coeliakie
colitis ulcerosa
DM 1
Wegener
Guilain Barré
Jeugdreuma
MS
Myasthenia Gravis
Addison
Crohn
SLE
Vitiligo

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen deze les 
  • Na deze les weten jullie hoe de afweer door het lichaam geregeld is.
  • Na deze les kunnen jullie benoemen welke cellen voor de afweer verantwoordelijk zijn.
  • Na deze les kennen jullie de begrippen immuundeficiëntie, allergieën  en auto-immuunziekte en kunnen dit in eigen woorden uitleggen.
  •  Jullie kunnen minimaal 3 auto immuunziektes benoemen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evalueren
Geef een cijfer voor de les, wat was goed, wat minder?
Bedankt!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions