Vrijdag_huiswerk nakijken_grammatica quiz

Spullen: pennen, map, jeugdboek, KERN boek.

Telefoon in ZAKKIE op tafel. 

Binnen = stil beginnen.

• Leg huiswerk op tafel. Niets = HV in Magister.
• Lezen in jeugdboek.
• Boek niet mee? Woorden KERN 29 overschrijven. 

Planning

Maandag 4 december:
SO over KERN 27 en KERN 28.

Neem laptop, KERN boek en woordenboek mee!

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerk nakijken (KERN 28)

2. Quiz-tijd: grammatica PTO-2. 

3. Zelfstandig werken. 

1. Huiswerk nakijken 

KERN 28: vraag 8, 9, 10, 11, 12. 

>> Log in bij LessonUp.

Vraag 8.
Noem 3 woorden waaraan je een vergelijking herkent. (R)

Uitleg

Corrigeer in map!!

Je kunt een vergelijking vaak herkennen aan de woorden: als, alsof, net, van, lijken en zijn

Vraag 9. Wat betekent de beeldspraak 'Lijkt steeds meer op een wespennest?"

Uitleg

>> Corrigeer in map/schrift.

De beeldspraak ‘lijkt steeds meer op een wespennest’ betekent dat de beschreven omgeving

steeds vijandiger wordt. Het wordt een plek waar je liever niet wilt zijn

Vraag 10.
Voetbal is oorlog

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. Personificatie

Vraag 10b.
Deze coach is voor de club een lot uit de loterij.

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. Personificatie

Vraag 10c.
Het station sidderde tijdens de spannende wedstrijd

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. Personificatie

Vraag 10d.
Ajax lijkt definitief mis te grijpen.

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. Personifcatie

Vraag 12. (inzichtsvraag)
De duiker was diep gezonken.
Wat is de beeldspraak?
Wat is de woordspeling?

Uitleg

De beeldspraak hier is ‘diep zinken’. 

• Dat is een metafoor voor in ellendige omstandigheden

terecht zijn gekomen, vaak door eigen schuld. 

• De woordspeling hier is dat de zin ook letterlijk
  

opgevat kan worden. De duiker kan tot grote dieptes zijn afgedaald.

2. Grammatica oefenen PTO-2

>> Werk in tweetallen.

>> Log met 1 laptop in bij: joinmyquiz.com

>> Gebruik code docent.

• KERN 26: samenstellingen
• KERN 39: werkwoordsvormen. (sterk, zwak, volt dw)

3. Zelfstandig werken

Wat?	a. Vragen stellen over SO. b. Werk aan NUMO. c. Lees in je jeugdboek.
Tijd?	Tot einde les.