Risicosignalering en preventie in de zorg: Vaardigheden en Plannen

Risicosignalering en preventie in de zorg: Vaardigheden en Plannen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de vaardigheden benoemen die nodig zijn voor risicosignalering in de zorg en begrijp je het belang van een signaleringsplan.

Wat weet je al over risicosignalering en preventie in de zorg?

Risicosignalering in de zorg

Risicosignalering is het herkennen van mogelijke problemen of gevaren bij patiënten in de zorg.

Belang van vaardigheden

Bij risicosignalering zijn communicatieve vaardigheden, observatievermogen en kennis van mogelijke risico's essentieel.

Crisispreventie

Crisispreventie omvat het proactief handelen om noodsituaties in de zorg te voorkomen door risico's te identificeren en te verminderen.

Vaardigheden bij risicosignalering

Observatie, communicatie, kennis van protocollen en snel handelen zijn cruciaal bij risicosignalering in de zorg.

Signaleringsplan

Een signaleringsplan is een document waarin risicosignalen, preventieve maatregelen en te nemen acties worden vastgelegd voor specifieke patiënten.

Het opstellen van een signaleringsplan

Bij het opstellen van een signaleringsplan worden risicosignalen geïdentificeerd, preventieve acties bepaald en wordt vastgelegd wie erbij betrokken is.

Oefening: Risicosignalen herkennen

Laat de studenten in groepen verschillende risicosignalen in de zorg bespreken en mogelijke preventieve acties bedenken.

Toepassing van signaleringsplan

Bespreek aan de hand van een casus hoe een signaleringsplan kan worden toegepast in de praktijk van de zorgverlening.

Reflectie en afsluiting

Reflecteer op de verworven kennis over risicosignalering, preventie en signaleringsplannen en sluit de les af met een samenvatting van de belangrijkste punten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.