Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Lezen in je meegenomen boek
Leesautobiografie
Nieuw Nederlands boek/werkschrift?
Woordraadstrategieën
Artikel literatuurkritiek met opdrachten
Slide 2 - Diapositive
De betekenis van een moeilijk woord in een tekst kun je soms vinden door woordraadstrategieën te gebruiken. Je kijkt dan goed naar de context. Dat is het tekstdeel rond het moeilijke woord.
Slide 3 - Diapositive
Welke woordraadstrategieën ken je nog?
Slide 4 - Carte mentale
Een synoniem
In de buurt van het woord geneugten staat bijvoorbeeld ‘genietingen’ of ‘genoegens’;
Slide 5 - Diapositive
Een tegenstelling
Vlak bij het woord achterdochtig staat bijvoorbeeld ‘goedgelovig’;
Slide 6 - Diapositive
Een voorbeeld
Bij het woord gilde staat ‘zoals de vakvereniging van schoenmakers’;
Slide 7 - Diapositive
Een omschrijving of definitie
Bij kapitalisme staat ‘maatschappelijk systeem waarbij bedrijven in het bezit van mensen zijn en niet van de staat, met alle economische effecten daarvan’
Slide 8 - Diapositive
Een afbeelding
Bij keurmerk staat een plaatje van zo’n keurmerk, bijvoorbeeld het ‘Beter leven’-logo.
Slide 9 - Diapositive
Bekend woorddeel
• In het woord accentueren herken je het woord accent (nadruk); accentueren is ‘benadrukken’.
Slide 10 - Diapositive
Woorddelen andere taal
In het woord lommerrijk
herken je misschien het Franse woord (l’)ombre (= schaduw); lommerrijk is dus ‘schaduwrijk’, ‘met veel schaduw’.
Slide 11 - Diapositive
Zijn je werktijden flexibel als je journalist bent, of liggen die vast? Wat betekent flexibel? Pas hierbij een van de woordraadstrategieën toe.
Slide 12 - Question ouverte
We waren voortdurend in balbezit, kregen veel kansen en domineerden eigenlijk de hele wedstrijd; toch verloren we met 2-0.
We waren voortdurend in balbezit, kregen veel kansen en domineerden eigenlijk de hele wedstrijd; toch verloren we met 2-0.
We waren voortdurend in balbezit, kregen veel kansen en domineerden eigenlijk de hele wedstrijd; toch verloren we met 2-0.
We waren voortdurend in balbezit, kregen veel kansen en domineerden eigenlijk de hele wedstrijd; toch verloren we met 2-0. Wat betekent domineerden?
Slide 13 - Question ouverte
In Nederlandse treinen is de eerste klas zeer comfortabel, maar de tweede klas vind ik in het algemeen ook heel aangenaam. Wat betekent comfortabel?
Slide 14 - Question ouverte
Vitaliteit kun je mijn grootvader niet ontzeggen: hij loopt nog regelmatig een halve marathon. Wat betekent vitaliteit?
Slide 15 - Question ouverte
Opdrachten
Je krijgt de tekst 'Literatuurkritiek' van de docent.
Lees de uitgedeelde tekst en gebruik de woordraadstrategieën bij het bepalen van de betekenis van de 17 onderstreepte woorden.
Slide 16 - Diapositive
Lees de uitgedeelde tekst en gebruik de woordraadstrategieën bij het bepalen van de betekenis van de 17 onderstreepte woorden.
Slide 17 - Diapositive
Door wie word jij beïnvloed bij de keuze van een boek? Dat kunnen bv. zijn: vrienden, tv-programma, website, leraar, je ouders, etc. Zet ze op volgorde van belangrijkheid.
Slide 18 - Question ouverte
Wie bepalen volgens het artikel wat literatuur is en wat niet?
Slide 19 - Question ouverte
Wat is de hoofdgedachte volgens jou van deze tekst?
Slide 20 - Question ouverte
Klaar:
Verbeter je leesautobiografie. Lees je leesautobiografie eerst nog een x goed door alvorens je je stukje plaatst in je portfolio bij Nederlands leerjaar 4.
Hier ook mee klaar dan kun je verder lezen in je fictieboek.