TL2-Freizeit-Aktivitäten HH woorden/gramm

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inhalt der Stunde

• Lernziele dieser Stunde 
• Onze afspraken
• Wiederholung: Wortschatzübungen 
• Aufgaben dieser Woche 
• Check der Lernziele 

die CD

der Schal

das Taschentuch

die Zeitschrift

das Wörterbuch

das T-Shirt

der Reiseführer

die Zahnpasta

die Zahnbürste

das Shampoo

die Haarbürste

das Handtuch

die Socken

der Teddybär

Vertaal:
Andreas fährt Skateboard.

Vertaal:
Andreas sieht den Teddybär.

Vertaal:
Andreas und ich lesen den Reiseführer.

ich fahre

du fährst

du liest

ich lese

du siehst

jij rijdt

jij ziet

jij leest

ik lees

ik rijd

Vul de juiste vorm in:
Andreas _______ (lesen) gerne Comics.

1. lese
2. liest
3. lesen
4. lest

Vul de juiste vorm in:
Er ______ (lesen) nicht gerne Romane.

1. lese
2. liest
3. lesen
4. lest

Vul de juiste vorm in:
Andreas und ich ______ (lesen) Magazine.

1. lese
2. liest
3. lesen
4. lest

Vul de juiste vorm in:
Ich ______ (schlafen).

1. schlafe
2. schläfst
3. schlafen
4. schlaft

Vul de juiste vorm in:
Andreas ______ (schlafen) mit seinem Teddybär.

1. schlafe
2. schläft
3. schlafen
4. schlaft

Vul de juiste vorm in:
Andreas und ich ______ (schlafen).

1. schlafe
2. schläfst
3. schlafen
4. schlaft

Vul de juiste vorm in:
Ich ______ (sprechen) Deutsch.

1. spreche
2. sprichst
3. sprechen
4. sprecht

Vul de juiste vorm in:
Andreas, du ______ (sprechen) Deutsch!

1. spreche
2. sprichst
3. sprechen
4. sprecht

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet de werkwoorden in de juiste volgorde zetten:
hat - ein Wörterbuch - Andreas

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet de werkwoorden in de juiste volgorde zetten:
Andreas - seinen Teddybär - sieht

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet de werkwoorden in de juiste volgorde zetten:
eine Reiseführer von Wien - liest - du

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas - lesen - einen Reiseführer.

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas und ich - fahren - Skateboard

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas - sehen - seine Zahnbürste und seine Zahnpasta

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Ich - lesen - eine Zeitschrift.

Opdracht:
Maak een zin met de volgende woorden. Je moet het werkwoord in de juiste vorm zetten:
Andreas und ich - schlafen - um 10 Uhr.

Aufgaben dieser Woche

• Werkboekje Andreas: Aufgaben 1 t/m 10 
• Keuze-opdracht Andreas > resultaat inleveren in Magister.