Naamvallen Latijn

Naamvallen Latijn
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Naamvallen Latijn

Slide 1 - Diapositive

Noem naamval en getal van 'servus'

Slide 2 - Question ouverte

Welke functie heeft een woord in de nominativus?

Slide 3 - Question ouverte

Noem naamval en getal van 'servo'.
Let op: er zijn twee mogelijkheden!

Slide 4 - Question ouverte

Hoe vertaal je de vorm 'servo' als het een dativus is?

Slide 5 - Question ouverte

Noem naamval en getal van 'servas'.

Slide 6 - Question ouverte

Welke functie heeft een woord in de accusativus?

Slide 7 - Question ouverte

Het woord 'servae' kan nominativus meervoud zijn maar ook .....

Slide 8 - Question ouverte

Het woord 'aqua' (water), kan nominativus enkelvoud zijn, maar ook ....

Slide 9 - Question ouverte

Bij welke persoon heeft het werkwoord de uitgang -o?
A
ik
B
jij
C
wij
D
jullie

Slide 10 - Quiz

Bij welke persoon heeft het werkwoord de uitgang -mus?
A
ik
B
jij
C
wij
D
jullie

Slide 11 - Quiz

Bij welke persoon heeft het werkwoord de uitgang -tis?
A
ik
B
jij
C
wij
D
jullie

Slide 12 - Quiz

Het werkwoord 'tegere' betekent 'bedekken'. Hoe vertaal je de vorm 'tego'?

Slide 13 - Question ouverte

Het werkwoord 'dare' betekent 'geven'. Hoe vertaal je de vorm 'datis'?

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal de zin 'Servae aquam datis'

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal de zin 'Servam aqua tego'.

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal de zin 'Servo aquam damus'

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal de zin 'Undae naves aqua tegunt' (unda: golf, navis: schip)

Slide 18 - Question ouverte