Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Herkennen van leenwoorden.
Slide 1 - Diapositive
Leenwoorden
Slide 2 - Diapositive
Oefenen met leenwoorden
Weet jij uit welke taal het leenwoord komt?
Slide 3 - Diapositive
Uit elke taal komt het woord:
spaghetti
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 4 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
t-shirt
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 5 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
cadeau
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 6 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
croissant
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 7 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
WhatsApp
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 8 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
sowieso
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 9 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
saté
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 10 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
Computer
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 11 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
toko
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 12 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
chillen
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 13 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
champignon
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 14 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
wok
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 15 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
toilet
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 16 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
yoghurt
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 17 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
cijfer
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 18 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
autoriteit
A
Frans
B
Chinees
C
Engels
D
Turks
Slide 19 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
plastic
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Engels
Slide 20 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
analyseren
A
Frans
B
Engels
C
Duits
D
Turks
Slide 21 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
hypothese
A
Grieks
B
Latijn
C
Engels
D
Frans
Slide 22 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
überhaupt
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Turks
Slide 23 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
anoniem
A
Latijn
B
Duits
C
Frans
D
Turks
Slide 24 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
bureau
A
Engels
B
Frans
C
Spaans
D
Turks
Slide 25 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
professor
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Latijn
Slide 26 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
sultan
A
Arabisch
B
Grieks
C
Latijn
D
Turks
Slide 27 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
wetenschap
A
Duits
B
Grieks
C
Latijn
D
Engels
Slide 28 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
bodyguard
A
Frans
B
Grieks
C
Latijn
D
Turks
Slide 29 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
trottoir
A
Duits
B
Grieks
C
Latijn
D
Frans
Slide 30 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
mannequin
A
Frans
B
Grieks
C
Latijn
D
Turks
Slide 31 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
date
A
Duits
B
Engels
C
Latijn
D
Turks
Slide 32 - Quiz
A
Slide 33 - Quiz
Kijk naar taal - Talen
Nederlands is de officiële taal van Nederland. Dit is de taal die je op school leert. Voor veel mensen in Nederland is het Nederlands niet hun eerste taal.
Moedertaal
Dialect
groepstaal
Chattaal
Slide 34 - Diapositive
Kijk naar taal
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Vidéo
Slide 37 - Vidéo
Welke chattaal woorden gebruik jij vaak?
Slide 38 - Carte mentale
Welke groepstaal woorden gebruik jij?
Slide 39 - Carte mentale
Einde van de les
Slide 40 - Diapositive
Zelfstandige verwerking
Brons: blz. 221, opdr. 13, 14
Zilver: blz. 221, opdr. 13, 14
Goud: blz. 221, opdr. 13, 14
Klaar?
Streep de opdrachten af op je takenkaart en kijk je werk na.
Klik op de link in de chat om verder te oefenen.
timer
20:00
Slide 41 - Diapositive
Evaluatie leerdoelen
Ik kan een voorzetsel in een zin herkennen en benoemen.
Slide 42 - Diapositive
Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B5 Spelling.