B3 Start Up Hoofdstukken 6+7

Vertaal naar het Engels: roken
A
to roke
B
to rook
C
to smook
D
to smoke
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Vertaal naar het Engels: roken
A
to roke
B
to rook
C
to smook
D
to smoke

Slide 1 - Quiz

Schrijf in het Engels: gezond

Slide 2 - Question ouverte

Welk woord past in de zin: I was ill so the doctor gave me a ......
A
flu
B
medicine
C
wound
D
nurse

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: disabled
A
uitgezet
B
kapotgemaakt
C
gehandicapt
D
ontevreden

Slide 4 - Quiz

Schrijf in het Engels: geschikt

Slide 5 - Question ouverte

Welk woord is FOUT geschreven?
A
surgeong
B
glasses
C
tootache
D
wound

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Engels: rolstoel
A
rolestool
B
wheelstool
C
rolechair
D
wheelchair

Slide 7 - Quiz

Schrijf in het Engels: bezeren

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: bril
A
spectacles
B
brill
C
lenses
D
seats

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: slim
A
slim
B
slank
C
slijm
D
ziek

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin: When he was in hospital the .... took good care of him
A
doctor
B
flower
C
dog
D
nurse

Slide 11 - Quiz

Schrijf in het Engels: omdat

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf in het Engels: dood

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands: suitable
A
koffer
B
medicijn
C
pak
D
geschikt

Slide 14 - Quiz

Vertaal naar het Engels: griep
A
greep
B
flu
C
flue
D
grape

Slide 15 - Quiz

Welk woord past in de zin: I eat fruits and veggies, and I exercise a lot. So I feel very .....
A
ill
B
nice
C
healthy
D
health

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
illness
B
docter
C
wuond
D
daef

Slide 17 - Quiz

Schrijf in het Engels: tandarts

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal naar het Engels: sterven
A
to die
B
to dye
C
to dead
D
to death

Slide 19 - Quiz