B3 Herhaling woordjes chapter 5+6

Hoe goed heb je de woordjes van hoofdstuk 5 en 6 al geleerd?
010
1 / 23
suivant
Slide 1: Sondage
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe goed heb je de woordjes van hoofdstuk 5 en 6 al geleerd?
010

Slide 1 - Sondage

Hoe goed ken je de woordjes van hoofdstuk 5 en 6 al?
010

Slide 2 - Sondage

Vertaal naar het Engels: giftig
A
giftig
B
venemous
C
venemuos
D
gifty

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: species
A
specie
B
cement
C
soort
D
precies

Slide 4 - Quiz

Is dit woord goed geschreven: colourfull
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Vertaal naar het Engels: ontdekkingsreiziger
A
discovertraveler
B
untdeckingsrisiger
C
traveller
D
explorer

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: terrific
A
geweldig
B
vreselijk
C
terrein
D
terreur

Slide 7 - Quiz


Welk woord past in de zin: The .... of this country is a nice person
A
color
B
animal
C
inhabitant
D
lifestyle

Slide 8 - Quiz

Vertaal naar het Engels: verbazingwekkend
A
astonishing
B
wondering
C
verbasingwekend
D
amazinging

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Engels: neushoorn
A
nosehorn
B
nosetrumpet
C
rhinohorn
D
rhino

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin: After the long walk they were very .....
A
difficult
B
injured
C
thirsty
D
ordinary

Slide 11 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: poverty
A
pover
B
poffertje
C
rijk
D
armoede

Slide 12 - Quiz

Is het woord goed geschreven?: neigbourhood
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Welk woord past in de zin: We need to protect our .......
A
environment
B
sleep
C
poverty
D
car wash

Slide 14 - Quiz

Vertaal naar het Engels: slachtoffer
A
killoffer
B
victim
C
virtual
D
item

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste spelling van: prachtig
A
gourgeous
B
gourgeuos
C
gorgeuos
D
gorgeous

Slide 16 - Quiz

Vertaal naar het Engels: wees

Slide 17 - Question ouverte

Geef de vertaling van: splendid

Slide 18 - Question ouverte

Is het volgende woord goed geschreven: earthquake
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Geef de vertaling van: plezierig

Slide 20 - Question ouverte

Welk woord past in de zin: I bought .... cakes for my birthday celebration
A
several
B
famous
C
active
D
separate

Slide 21 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: stack shelves
A
planken steken
B
schelpen zoeken
C
vakken stapelen
D
vakken vullen

Slide 22 - Quiz

Geef de vertaling van: pile

Slide 23 - Question ouverte